Les 3 Spieren

Welkom!
Ga lekker op je plek zitten,
pak je boek 
 en ga rustig aan het werk. 
Beantwoord de volgende vragen:
- Wat doet een spier
- Welke onderdelen ken je?
- Welke spieren ken je?
Opdr. 9

1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga lekker op je plek zitten,
pak je boek 
 en ga rustig aan het werk. 
Beantwoord de volgende vragen:
- Wat doet een spier
- Welke onderdelen ken je?
- Welke spieren ken je?
Opdr. 9

Slide 1 - Diapositive

 par. 2.3: Je spieren

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 2.3 Spieren
  1. Je kunt de bouw van een spier uitleggen en daarbij de verschillende onderdelen benoemen.
  2. Je beschrijven hoe je een arm buigt en strekt.


  1. Je kunt uitleggen wat lengtespieren, kringspieren, haartjesspieren voor functie hebben en er een voorbeeld van noemen? 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

  • Spiervezels - bestaat uit spiercellen; hieruit is een spier opgebouwd, als spiervezels samtrekken, trekt de spier samen.
  • Spierbundel - groepje spiervezels 
  • Pezen - taaie banden waarmee de spieren aan de botten vastzitten

Slide 5 - Diapositive


Houd je hand op je bovenarm en buig je arm. Wat voel je dat er gebeurt?

Slide 6 - Question ouverte

Wat gebeurt er met de dikte van een spier als de spier zich samentrekt?

Slide 7 - Question ouverte

Welkom!
Ga lekker op je plek zitten,
pak je boek 
 en ga rustig aan het werk. 
Beantwoord de volgende vragen:
- Wat doet een spier
- Welke onderdelen ken je?
- Welke spieren ken je?
Opdr. 9

Slide 8 - Diapositive

  • Een spier die samentrekt, wordt korter en dikker.
  • Een spier die ontspannen is, kan langer en dunner worden.


Slide 9 - Diapositive

Spieren door heel je lichaam:
- om botten te bewegen
- in de organen, zoals huidspiertjes en spiertjes in de darmwand

Bekijk de video voor extra uitleg over de armbuig en strekspier (de antagonisten)

Pezen
Pezen: 
- spier zit met pezen aan het bot vast. Pezen zijn de witte delen aan het einde van elke spier
- de aanhechtingsplaats is de plek waar de pees aan het bot vastzit 
- een pees kan niet samentrekken


Een pees voelen:
- Voel met je vingers van de linkerhand aan de binnenkant van je elleboog
- Buig nu je je rechterarm
Spieren
Spieren:
Een spier kan zich samentrekken, dan wordt de spier korter en dikker. De spier trekt dan de botten waar de spier aan vastzit naar elkaar toe. Zo onstaat beweging. 
Antagonisten
Twee spieren die een tegengesteld effect hebben. Om een deel van je lichaam te bewegen zijn altijd minstens 2 spieren nodig.
Armbuigspier
Armbuigspier (biceps): 
Als deze zich samentrekt, wordt hij korter en dikker. De onderarm wordt dan omhoog getrokken. 
Armstrekspier
Armstrekspier (triceps): 
Als deze zich samentrekt wordt hij korter en dikker. De onderarm wordt dan gestrekt. 
 4

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Hier zie je de binnenkamt van een gebogen been. Wat is wat? 
A
B
C
D
gewricht
bot
spier
pees

Slide 12 - Question de remorquage

zet de namen van de spier in juiste volgorde van groot naar klein
A
spiervezel-spierbundel-spier
B
spier-spierbundel-spiervezel
C
spierbundel-spiervezel-spier
D
spiervezel-spier-spierbundel

Slide 13 - Quiz

Spier
Spierschede
Spiervezel
Pees
Bewegingszenuwcel
Spierbundel

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Vidéo

Spieren
Een spier die samenspant wordt korter EN dikker

Slide 16 - Diapositive

Hoe werkt een spier?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Als je de armbuigspier samentrekt, wordt de onderarm ..1.. getrokken. De arm wordt dan ..2..

Welke woorden passen op de lege plekken?
A
1=omlaag 2=gestrekt
B
1=omlaag 2=gebogen
C
1=omhoog 2=gebogen
D
1=omhoog 2=gestrekt

Slide 20 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Wat gebeurt er als spier D zich samentrekt?
A
het heupgewricht buigt zich
B
het heupgewricht strekt zich
C
het kniegewricht buigt zich
D
het kniegewricht strekt zich

Slide 21 - Quiz

Spieren kunnen samentrekken, pezen niet.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Door spieren te trainen worden ze langer.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Als kringspieren in de wand van de darm samentrekken, wordt de darm nauwer.

Slide 26 - Diapositive

Leerdoelen 2.4 Blessures
  1. Kun je uitleggen wat een blessure is en hoe deze kunnen ontstaan?
  2. Kun je uitleggen wat een botblessure is en hoe deze behandeld wordt?
  3. Kun je 2 typen gewrichtsblessures benoemen en vertellen hoe deze ontstaan en behandeld worden.
  4. Kun je 4 soorten spierblessures benoemen en uitleggen hoe deze ontstaan en behandeld worden?
  5. Kun je 4 manieren benoemen om blessures te voorkomen?
  6. Kun je uitleggen wat een goede lichaamshouding is?

Slide 27 - Diapositive

Blessure: een beschadiging aan je botten, gewrichten en spieren.
  • Botblessure
Botbreuk: een bot is gebroken. Een arts opereert of zet de botstukken.
  • Gewrichtsblessures
Ontwrichting: Gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.
Verstuiking/verzwikking: het gewrichtskapsel rekt te ver uit of scheurt in.


Slide 28 - Diapositive

  • Spierblessures
Spierpijn: er blijven afvalstoffen in de spier achter.
Spierkneuzing: er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan.
Spierkramp: een spier trekt plotesling samen.
Spierscheuring/zweepslag: er ontstaat een scheurtje in de spier.

Slide 29 - Diapositive

Ontwrichting

Slide 30 - Diapositive

Botbreuk

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Huiswerk: lezen 98 tm 102
maken opdr 3 tm 15

Slide 33 - Diapositive

Blessures voorkomen
Beschermende middelen
Intapen
Warming-up
Cooling-down

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Lichaamshouding
De manier waarop je zit, staat en beweegt. 
Fout tillen :  met gebogen rug, kraakbeenschijven worden op een punt in elkaar gedrukt.
Goed tillen : met rechte rug, vanuit de benen.

Slide 36 - Diapositive

Een voorbeeld van een gewrichtsblessure is:
A
Botbreuk
B
Zweepslag
C
Spierpijn
D
Ontwrichting

Slide 37 - Quiz

Wat is een zweepslag?
A
Er blijven afvalstoffen in de spier achter
B
Er ontstaat een scheurtje in de spier
C
Er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan

Slide 38 - Quiz

Wat kun je doen om blessures te voorkomen?
A
Voedzaam eten
B
Voldoende slapen
C
de juiste beschermende middelen dragen

Slide 39 - Quiz

Wat is een spierkneuzing?
A
Afvalstoffen blijven achter in je spieren
B
Een spier trekt zich plotseling samen
C
Er ontstaat een scheurtje in de spier
D
Er zijn bloedvaatjes in de spier stukgegaan

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Vidéo

Maak je huiswerk voor 13-12
Klaar? 
Maak af: paragraaf 2.4
Kijk na alle opdrachten via Teams
Maak: oefen LessonUps of volgende sheet
klaar? biologielessen.nl

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Lien