H3 2.4 naamgeving moleculen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Naamgeving moleculen

Naamgeving van moleculen.

https:

Kunnen

Deze les ga je leren:

• Hoe maak je van een naam (met de goede telwoorden) een formule en hoe maak je van een formule een goede naam.
• Wat zijn de telwoorden.

Deze les ga je herhalen:

• De molecuulmassa berekenen
• Het atoom tekenen.

Herhaling 1 molecuulmassa

Om de massa van een molecuul te bepalen heb je de formule nodig.

In de formule staan symbolen zodat je weet welke atoomsoorten er zijn.

In de formule staan cijfers (index) zodat je weet hoeveel atomen er per soort zijn.

Je zoekt de relatieve atoommassa op (periodiek systeem)

Je telt alle atoommassa's van ieder atoom bij elkaar op.

Herhaling 2: atoombouw

Van een atoom krijg je twee getallen (zie periodiek systeem)

1. het atoom nummer
2. het massagetal

Je tekent de kern met daaromheen schillen.

Je noteert in de kern hoeveel protonen je hebt (atoomnummer)

Je noteert in de kern hoeveel neutronen je hebt (massa - atoomnr)

(zie verder op volgende sheet)

Herhaling 2: atoombouw (vervolg)

In de schillen (om de kern) zitten de elektronen (je hebt evenveel elektronen als protonen = atoomnummer)

Je verdeelt de elektronen over de schillen, van binnen naar buiten.

K-schil (maximaal 2 elektronen)

L-schil (maximaal 8 elektronen)

M-schil (maximaal 8 elektronen (voorlopig))

N-schil (maximaal 8 elektronen (voorlopig))

Kleine test (ken je de stof al?)

• Vraag eerst zelf beantwoorden
• Dan overleggen met buurman (misschien wil je je antwoord nog veranderen?) 

Wat is het atoomnummer van Calcium (gebruik je periodiek systeem)

1. 19
2. 20
3. 39
4. 40

Wat is de relatieve atoommassa van Helium

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welke regel van het deeltjesmodel geldt NIET voor een gas?

1. Elke stof bestaat uit moleculen
2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen
3. Moleculen bewegen altijd
4. Moleculen trekken elkaar aan

Wat gebeurt er op
deeltjesniveau als
water verdampt bij het kookpunt?

1. plaatje 1 wordt plaatje 2
2. plaatje 2 wordt plaatje 1
3. plaatje 2 wordt plaatje 3
4. plaatje 3 wordt plaatje 2

Een chocoladeletter weegt 180 gram. Daar zit 91300 milligram suiker in. Wat is het massapercentage suiker?

1. 197,2%
2. 50,7%
3. 0,507%
4. 507%

Roest heeft de formule
Leg uit of roest een oxide is.

Fe​2​​O​3​​

1. Nee, want het is niet verbrand
2. Nee, want er zitten 2 Fe in
3. Ja, want er zitten 3 O in
4. Ja, want er zit 1 ander soort atoom in.

Molecuulformule naar naam

H₂O: 2 H en 1 O

twee = di, mono =1 

Diwaterstofmono-oxide 

Mono alleen voor oxide gebruiken 

P₂O_{5: 2 P en 5 O}

_{2 = di, 5 = penta}

_{Difosforpentaoxide}

Ontleedbare stoffen

Ontleedbare stof met

zuurstof --> oxide

PCl₅ 

Fosforpentachloride 

Naam naar molecuulformule

Distikstoftetraoxide 

Di = 2, tetra = 4 

stikstof = N, oxide = O

N₂O₄

Coëfficiënt

Geeft aan hoeveel moleculen er zijn:

3 moleculen water = 3 H₂O (l)

Geef de naam van

P​4​​S​7​​​​​

Geef de naam van KCl

Wat is in dit voorbeeld de coëfficiënt?
5 NaCl

Opdracht 

Schrijf in je schrift

Wat is de naam van:

1. CBr₄
2. MgO 
3. HCl (dit is een L)

Noteer de formule van zwavel tri oxide

Noteer de formule van di stikstof penta oxide

Noteer de formule van tri koolstof octa waterstof

Maak in je schrift

Bereken de massa van de stof met de naam di fosfor penta oxide.

Combineer de twee lessen die je gehad hebt hierover.

Maak een tekening van het atoom calcium.

Calcium heeft atoomnummer 20 en massagetal 41.

In de tekening geef je aan wat er in de kern zit en hoeveel daarvan.

In de tekening geef je een goede elektronen verdeling

Kunnen

Deze les heb je geleerd:

• Hoe maak je van een naam (met de goede telwoorden) een formule en hoe maak je van een formule een goede naam.
• Wat zijn de telwoorden.

Deze les heb je herhaald:

• De molecuulmassa berekenen
• Het atoom tekenen.