Maatschappijleer - W

Examentraining maatschappijleer
Hoofdstuk 6 - Werk
Start is om 10:00 uur
** microfoon is uit **
*** heb je een telefoon of tablet? Pak die erbij! Ga naar lessonup.com en voer de code linksonderin beeld in ***
Gebruik jouw eigen naam of initialen!
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Examentraining maatschappijleer
Hoofdstuk 6 - Werk
Start is om 10:00 uur
** microfoon is uit **
*** heb je een telefoon of tablet? Pak die erbij! Ga naar lessonup.com en voer de code linksonderin beeld in ***
Gebruik jouw eigen naam of initialen!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Noem minimaal drie dingen
die jij belangrijk vindt
bij de keuze voor een baan.

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Noem twee dingen die volgens
jou belangrijk zijn voor een
gezonde en veilige werkplek
voor een verpleegkundige.

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Vidéo

Noem twee voordelen die
de Arbowet voor werknemers
heeft.

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Noem een beroep waarmee
je een hoge maatschappelijke
positie hebt.

Slide 21 - Carte mentale

Noem een beroep waarmee
je een lage maatschappelijke
positie hebt.

Slide 22 - Carte mentale

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Noem twee oorzaken die
bepalen welke positie iemand
op de maatschappelijke ladder
heeft.

Slide 26 - Carte mentale

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Wat is volgens jou een goede
oplossing voor het probleem
dat in deze video wordt besproken?

Slide 30 - Carte mentale

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Toetsvragen

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Schaatsen is:
A
aangeleerd gedrag
B
een voorbeeld van een waarde
C
aangeboren gedrag
D
een voorbeeld van een belang

Slide 37 - Quiz

De KNSB uit tekst 1 is een voorbeeld van een:
A
pressiegroep.
B
belangenorganisatie.
C
vakbond.
D
politieke partij.

Slide 38 - Quiz

Als de politie via de media een oproep doet, zoals in tekst 1, om iets niet te doen vanwege de veiligheid dan:
A
is er sprake van machtsmisbruik.
B
is er sprake van het gebruik van informele macht.
C
is er sprake van een dreigement.
D
is er sprake van het gebruik van formele macht.

Slide 39 - Quiz

In de tekst staat dat de KNSB het advies geeft om de veiligheid van een ijsclub op te zoeken. Veiligheid is voor de KNSB een:
A
mening.
B
norm.
C
waarde.
D
feit.

Slide 40 - Quiz

In de tekst is sprake van een belangentegenstelling. Welke van de onderstaande belangentegenstellingen is juist?
A
Het belang van de KNSB tegenover het belang van de Politie.
B
Het belang van de Telegraaf tegenover het belang van Ramon Kuipers.
C
Het belang van de Schaatsers tegenover het belang van de Politie.
D
Het belang van de KNSB tegenover het belang van de hulpdiensten.

Slide 41 - Quiz

Welke machtsbron gebruikt de KNSB in tekst 1?
A
de media
B
de politie
C
de coördinator thuis
D
de hulpdiensten

Slide 42 - Quiz

Een dilemma is een lastige keuze uit twee of meer mogelijkheden. Welke van de onderstaande dilemma’s hoort bij de keuze waar de politie in de tekst mee te maken heeft.
A
Veiligheid en schaatsen op natuurijs.
B
Verkeersveiligheid en drukte op de wegen.
C
Plezier op natuurijs en de schaatsclubs
D
Verkeersveiligheid en de KNSB.

Slide 43 - Quiz

Welke van de onderstaande stellingen is onjuist?
Stelling I: De KNSB is verantwoordelijk voor de veiligheid op bevroren kanalen en meren.
Stelling II: De KNSB is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het natuurijs in Nederland.
A
Stelling I is onjuist.
B
Stelling II is onjuist.
C
Stelling I en II zijn beide onjuist.

Slide 44 - Quiz

In tekst 1 is sprake van een probleem. Wie hebben het grootste probleem volgens de tekst? Kies de twee juiste antwoorden
A
De politie in verband met de drukte.
B
De KNSB in verband met de veiligheid.
C
De Telegraaf vanwege haar lezers.
D
De ijsclubs vanwege de politie.

Slide 45 - Quiz

Is er in de tekst ook sprake van een maatschappelijk probleem?
A
Ja, want de overheid (politie) is er bij betrokken.
B
Ja, want iedereen heeft er een verschillende mening over.
C
Nee, want het is een situatie die heel zelden en heel kort voor komt
D
Nee, want er zijn niet genoeg mensen bij betrokken.

Slide 46 - Quiz

Einde

Slide 47 - Diapositive