Pruiken en revoluties 7c

Pruiken en revoluties 7c
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Pruiken en revoluties 7c

Slide 1 - Diapositive

Inhoud les
Huiswerk
Opdracht 11, 12, 13, 14, 15, 16 en 18
Herhaling
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk
11: Verlichte filosofen zeiden dat je niet met je verstand kon bewijzen waar je in geloofde. Ook kon je niet met je verstand bewijzen dat het ene geloof beter was dan het andere geloof. En als je dat niet kon, was het dan redelijk om elkaar in godsdienstoorlogen te vermoorden?  

12 a: Op de afbeelding wordt een koopman gemarteld, zodat hij gedwongen wordt om tóch te bekennen dat hij zijn zoon wilde vermoorden toen die besloot katholiek te worden.
12 b: B, want de meeste mensen geloofden dat wat de geestelijken deden goed was.
12 c: Verlichte denkers vonden deze marteling totaal onredelijk. Door marteling kon je iedereen wel alles laten zeggen, ook al klopte daar niets van. Marteling moest dus worden afgeschaft.  

13 a: Bijvoorbeeld: Omdat zij niet in de juiste christelijke god geloofden.
13 b: Protestants.
13 c: De katholieke mensen moesten verdraagzaam met die protestanten omgaan. Ze moesten vrij zijn om te geloven wat ze wilden. 


Slide 3 - Diapositive

Huiswerk
14 a: Het doel van een marteling was om een bekentenis af te dwingen.

14 b: Het doel van een lijfstraf was om wraak te nemen.
14 c: Op afbeelding 4 zie je marteling, op afbeelding 5 zie je lijfstraf.
14 d: Beccaria was tegen marteling, want daarmee kon je iedereen alles laten zeggen, ook al klopte er niets van. Hij was ook tegen lijfstraffen, want daar leerde mensen niet van. Daar werden ze geen beter mens van. 

15: Bijvoorbeeld:
A De predikant voorrechten had. Als ieder mens gelijk was, zou hij zijn voorrechten verliezen.
B De militair de koning wilde beschermen. Als ieder mens gelijk was, zou er geen koning meer zijn die hij kon dienen.
C De edelman voorrechten had. Als ieder mens gelijk was, zou hij zijn voorrechten verliezen. 





Slide 4 - Diapositive

Huiswerk
16: Volgens Rousseau bestonden er mensenrechten: rechten die ieder mens heeft. De belangrijkste waren het recht op vrijheid en gelijkheid. Als je het logisch vindt dat ieder mens gelijk en vrij is, dan is het logisch dat je voor het abolitionisme bent. Slaven hebben namelijk geen vrijheid en zijn ook niet gelijk aan andere mensen.




17 a: Verlichte denkers vonden onderwijs heel belangrijk, want op school leerden kinderen om hun verstand te gebruiken en logisch na te denken. Daardoor werden ze betere mensen en zouden ze nooit misdadigers worden. Als je dus scholen zou bouwen, zou je geen gevangenissen meer nodig hebben, want dan zouden er geen misdadigers meer zijn.
17 b: Nee, want in Nederland gaan bijvoorbeeld alle kinderen naar school, maar zijn nog steeds misdadigers.

18: Op de tekening is een jongetje te zien dat zijn verstand gebruikt: hij ruilt zijn speelgoed in voor boeken en wil dus leren en niet spelen. Van leren wordt je namelijk verstandig. Dit past bij de Verlichting, want verlichte denkers vonden dat kinderen op school moesten leren om verstandig na te denken. Dan zouden ze betere mensen worden. 




Slide 5 - Diapositive

Herhalingsvragen
Benoem de filosofische gedachtes rondom onderstaande onderwerpen:
  • Verdraagzaamheid
  • Geloof/God
  • Straffen
  • Arm en rijk
  • Gelijkheid
  • Onderwijs
timer
8:00

Slide 6 - Diapositive

Verspreiden
Verlichte denkers wilden hun ideeën zoveel mogelijk verspreiden. Hoe meer mensen er verlicht gingen nadenken, hoe beter de wereld zou worden. 
Een manier hiervoor was het uitgeven van tijdschriften met artikelen over mensenrechten en godsdienstvrijheid.
De tijdschriften werden uitgegeven door geleerde genootschappen, verenigingen en burgers die zich bezighielden met de wetenschap. 

Slide 7 - Diapositive

Salons
Een andere manier van verspreiden gebeurde in de zogenaamde salons. Meestal georganiseerd door rijk burgers. Zij nodigden filosofen en kunstenaars uit heel Europa uit om samen te lezen en discussiëren. 
Het was in de mode om dan koffie en thee, van plantages waar slaven werkten, te drinken. Hiervoor werden ook speciale cafés opgericht. Ook hier werd druk gediscussieerd onder het genot van een drankje.

Slide 8 - Diapositive

Encyclopédie
De Franse filosoof Diderot besloot om een serie boeken te maken om alle wetenschappelijke kennis en alle verlichte ideeën in te verzamelen. Verschillende filosofen werkten hieraan mee - van ijzerfabricage tot het genezen van een verkoudheid. 
De boekenserie kreeg de naam "Encyclopédie", wat betekend: alles uitleggen in één geheel. Het drukken van de eerste Encyclopédie werd een keerpunt - het was de eerste keer dat geprobeerd werd alle wetenschappelijke kennis te verzamelen en leesbaar te maken voor iedereen. 

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk
Werkboek blz. 86 en 87
Opdracht 19, 20, 21, 23 en 24

Klaar?
Portfolio

Slide 10 - Diapositive