4.2. De evolutietheorie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom!

We beginnen met herhaling van 4.1.

Daarna uitleg van 4.2

Om organismen in een RIJK te kunnen indelen kijk je naar drie eigenschappen

1. celkern-celwand-bladgroenkorrels
2. eencellig-meercellig-geen cellen
3. beweegt wel-beweegt niet-kan lopen
4. warm-koud-lauw

Bij welk RIJK hoort dit organisme?

1. Bacteriën
2. Schimmels
3. Geleedpotigen
4. Dieren

De 4 RIJKEN zijn de hoofdgroepen. Waarin worden de 4 rijken verdeeld? (kijk op blz 153 aan de linkerkant)

Een dolfijn is levendbarend... Bij welke KLASSE hoort dit gewerveld dier?

1. Zoogdieren
2. Vissen
3. Amfibieën
4. Reptielen

De cellen van een waterlelie hebben een celwand

1. Ja
2. Nee

De cellen van mijn spieren hebben een kern

1. Ja
2. Nee

De grondlegger van de evolutietheorie

1. Lamarck
2. De Vink
3. Darwin
4. MH2F

Waarvan spreken we als het gaat om het best aangepaste organisme overleeft?

1. Isolatie
2. Natuurlijke selectie
3. Kunstmatige selectie

Als bij een soort veel verschillende genotypen voorkomen, heeft deze soort een ...(vul in)... overlevingskans.

1. kleinere
2. grotere

Maken vraag 11 t/m 17

Nergens ter wereld is evolutie door
natuurlijke selectie zo duidelijk te zien als op
de Galapagoseilanden. Hoe komt dat? Noem 3
redenen.

De schilden van de reuzenschildpadden op de
eilanden verschillen onderling van elkaar.
Charles Darwin vond hierin een aanwijzing voor
zijn evolutietheorie. De schildpadden op het
eiland Española hebben een schild als een zadel.
Waarvoor is dat handig?

We gaan in groepjes werken

D-toets. Doelstelling 3- basisstof 1. Blz 195-196.

 Maken vraag 1, 2 en 3

D-toets. Doelstelling 4- basisstof 2. Blz 197

 Maken vraag 1 t/m 5