les woensdag 14 april 2021
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat goed/kan beter
toets spelling?
toets spelling?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
wg = ...?
Slide 7 - Carte mentale
Slide 8 - Diapositive
wg?
De jongens hebben veel grappige spulletjes gekocht.
De jongens hebben veel grappige spulletjes gekocht.
Slide 9 - Question ouverte
ow?
In de supermarkt kun je vanaf morgen boeken winnen.
In de supermarkt kun je vanaf morgen boeken winnen.
A
In de supermarkt
B
kun
C
je
D
boeken
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
ow?
De verkeersregelaars twijfelen over de regels van het verkeer.
De verkeersregelaars twijfelen over de regels van het verkeer.
A
De verkeersregels
B
twijfelen
C
over de regels
D
verkeer
Slide 12 - Quiz
Sinds vorig schooljaar / gingen / Pieter en Jan / elke vrijdag / naar / het zwembad.
A
Zinsdeelstrepen zijn juist.
B
Zinsdeelstrepen zijn onjuist.
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Slide 17 - Diapositive
lv?
De makelaar geeft Jan een lekker drankje vanwege de nieuwe aankoop.
De makelaar geeft Jan een lekker drankje vanwege de nieuwe aankoop.
A
De makelaar
B
geeft
C
Jan
D
een lekker drankje
Slide 18 - Quiz
lv?
De horlogemaker gaf dat prachtige sieraard terug aan Fleur.
De horlogemaker gaf dat prachtige sieraard terug aan Fleur.
A
De horlogemaker
B
gaf
C
dat prachtige sieraad
D
aan Fleur
