Les 34 - uitleg zu, nach, in

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Deutsch

3MA2

Wat gaan we doen vandaag?

- 5 minuutjes leren

- Overhoring woordjes N-D + modale werkwoorden in de v.t.

- Aantekening zu, nach, in

- Zelfstandig werken

Let op:

Donderdag 26 januari is de toets van Kapitel 3

de brug =

1. der Brück
2. die Brücke
3. die Brüge

het schip =

1. das Schiff
2. das Schif
3. der Schiff
4. die Schiff

uitstappen =

ver =

fietsen =

Vul in de v.t. in.
Wir (wissen) ......... die Antwort nicht.

Vul in de v.t. in.
Er (müssen) .......... gestern arbeiten.

Vul in de v.t. in.
Lisa (wollen) ............. eigentlicht nicht mitgehen.

Aantekening zu, nach, in

naar = zu

- bij personen: zu dir fahren

- bij dingen: zum Bahnhof

naar  = nach

- bij aardrijkskundige namen zonder lidwoord: nach Berlin fahren

- in vaste combinaties zoals: nach links, nach unten, nach Hause

naar = in

- bij landen met lidwoord: in die Schweiz fahren

- ergens naar binnen gaan, zoals: ins Kino, in die Schule gehen

Zelfstandig werken

Maken van Kapitel 3:

Aufgaben 38, 39, 41, 42

Leren van Kapitel 3:

Lernliste N-D

Modale werkwoorden in de v.t.