Blok 3/4 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

boek lezen 

_____________

Aan het einde van de les

- herken je teksten met een mening;

- ken je het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten;

- kun je feiten en meningen herkennen;

- herken je signaalwoorden en de verbanden die ze laten zien.

- heb je geoefend met wat je in eerdere blokken geleerd hebt; (verwijswoorden, signaalwoorden, onderwerp, hoofdgedachte, kernzinnen, etc.)

- heb je verschillende soorten teksten gelezen.

(informatieve, overtuigende, activerende, etc.)

Tekst

Noem een tekstvorm

Welke tekstvorm past bij instrueren?

1. recept
2. rap
3. advertentie
4. brief

Noem een tekstvorm van een amuserende tekst.

Met welke tekstvorm hebben wij hier te maken?.

1. krant
2. tijdschrift
3. poster
4. brief

Wat is een signaalwoord
voor een reden?

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.

1. feit
2. mening

Amsterdam is mooier dan Rotterdam

1. feit
2. mening

Aan de slag

BLOK 4 lezen

Opdracht 1 t/m 3.9

Wat is subjectief?

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband

Tegenstelling

Reden

Opsomming

want

ten slotte

en

verder

toch

omdat

echter

daarentegen

Noem twee overeenkomsten
tussen een bij en een wesp.

Geef je mening over dierentuinen en geef er een argument bij.

iets waarvan je kunt

controleren of het 

waar is

je gebuikt iets om iets te bereiken

waardoor iets komt

waarom je iets vindt

doel - middel

feit

oorzaak

argument

Noem vier tekstdoelen

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Instrueren
4. activeren

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Informeren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

De schrijver wil dat je zijn mening overneemt.
Welk tekstdoel hoort hierbij?

1. overhalen
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Een schrijver wil met een recensie de lezer...

1. overhalen
2. overtuigen
3. activeren
4. informeren

1. merel
2. spreeuw
3. ekster
4. mus

Wat heb je nog niet goed begrepen?

_____________