Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Basisstof 2
Hormonale regulatie
Slide 1 - Diapositive
De hypofyse
Ligt tussen de twee hersenhelften in, grootte van een erwt
Geeft veel verschillende hormonen af
Hypofyse wordt aangestuurd door de hypothalamus
Heeft een voor- en achterkwab
Slide 2 - Diapositive
Hormoonklieren
Overzicht van de belangrijkste hormoonklieren
Aansturing vanuit de hypofyse (en de hypothalamus)
Slide 3 - Diapositive
Hypofyse en hormonen
Je ziet de voorkwab en de achterkwab van de hypofyse. Je ziet welk hormoon de hyofyse afgeeft en welk orgaan dit hormoon aanstuurt. Soms heeft dit hormoon direct een functie (zoals het groeihormoon) en soms stimuleert een hormoon een orgaan tot de afgifte van weer een ander hormoon (zoals de schildklier)
Slide 4 - Diapositive
De schildklier
Aansturing vanuit de hypofyse door het schildklier-stimulerend-hormoon (TSH)
Maakt zelf het schildklierhormoon (thyroxine)
Slide 5 - Diapositive
De schildklier
Maakt het schildklierhormoon thyroxine (berokken bij de verbranding)
Bij een teveel aan thyroxine verhoogt de stofwisseling --> gevolg is altijd warm, gewichtsafname, rusteloos
Bij een tekort aan thyroxine neemt de stofwisseling af --> gevolg is dat je het koud hebt, aankomt in gewicht en vermoeid bent.
Slide 6 - Diapositive
De Schildklier
Een tekort tijdens de ontwikkeling kan leiden tot geestelijke en lichamelijke achterstand
Bij een tekort probeert het lichaam de productie van thyroxine te verhogen door de schildklier te vergroten (struma/krop). Dit kan ook ontstaan door een tekort aan jodium in de voeding
Slide 7 - Diapositive
Eilandjes van Langerhans
Liggen in de alvleesklier
Maken insuline en glucagon
Beide hormonen regelen het bloedglucesegehalte
Een tekort aan insuline of ongevoeligheid voor dit hormoon leidt tot suikerziekte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
De bijnieren
Liggen op de nieren
Maken het enigste snelle hormoon
adrenaline
Betrokken bij de acties die nodig zijn voor handelen bij gevaar (Vechten, vluchten of verstijven)