Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Bridge voor beginners
Wat is bridge?
Wat heb je nodig?
Slide 1 - Diapositive
Het winnen van een slag:
West komt uit.
Wijzers vd klok.
Wie wint de slag?
Slide 2 - Diapositive
Bekennen moet, aftroeven mag
Je moet bekennen= je moet een kaart bijspelen van dezelfde kleur.
→Heb je niet meer een kaart van dezelfde kleur, dan moet je een kaart van een andere kleur bijspelen.
Slide 3 - Diapositive
Aftroeven:
Bepaalde kleur heeft voorrang→ die kleur heet dan troef!
Harten is troef in dit geval.
Dit voorbeeld → aftroeven
Slide 4 - Diapositive
Aftroeven:
Wanneer een speler niet kan bekennen, mag deze kiezen voor een willekeurige kleur, maar de speler mag ook een troefkaart bijspelen.
Slide 5 - Diapositive
Overtroeven
Slide 6 - Diapositive
Overtroeven:
Wanneer je niet kan kennen en kiest om een troefkaart bij te spelen, kan een volgende speler (wanneer deze ook niet kan bekennen) een troefkaart met een hogere waarde bijspelen en daarmee de slag winnen.
Overtroeven is niet verplicht.
Slide 7 - Diapositive
Troef spelen:
een bepaalde kleur heeft voorrang
deze kleur heet dan troef
de troef kleur wint dan van de andere 3 kleuren
Slide 8 - Diapositive
Sans atout:
zonder troef spelen
bij sans atout → belangrijk dat je samen met je partner heel veel kaarten in een kleur hebt.
Slide 9 - Diapositive
Kaartwaardering:
Aas = 4 punten
Heer = 3 punten
Vrouw = 2 punten
Boer = 1 punt
Hoeveel punten zitten er in totaal in een spel?
Slide 10 - Diapositive
Hoeveel punten heb je in je hand?
Slide 11 - Diapositive
Goede of slechte hand?
Slide 12 - Diapositive
Goede of slechte hand?
Slide 13 - Diapositive
Vraag 1:
Slide 14 - Diapositive
Sans atout (zonder troef): West speelt een kaart voor. Wie wind deze slag?
Vraag 2 a:
Vraag 2 b:
Slide 15 - Diapositive
Vraag 3
Slide 16 - Diapositive
Je wilt als zuid zo veel mogelijk slagen maken.
Met welke kaart begin je?
Vraag 4 a:
Vraag 4 b:
Slide 17 - Diapositive
West begint: Hoe kun je als zuid 2 slagen maken?
Vraag 5 a: → V♣
Vraag 5 b: → ♥9
Slide 18 - Diapositive
Wat is het puntenaantal van de volgende handen?
Vraag 6 a:
Vraag 6 b:
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Mini bridge
eerst schudden
geven van de kaarten
je hand sorteren
dan tellen van de punten
Slide 22 - Diapositive
Hoeveel punten heb je?
de gever begint met hardop zeggen van zijn/haar punten
daarna de speler links van hem/haar
met de wijzers van de klok
Slide 23 - Diapositive
Wie gaat spelen?
de spelende partij is het paar met de meest punten
tegenspelers dus het paar met de minste punten
beide partijen evenveel punten? → de gever+partner de spelende partij.
Slide 24 - Diapositive
Gesloten uitkomen:
→uitkomen betekent dat je de 1e kaart wilt gaan spelen.
Wat is gesloten uitkomen en waarom?
je houd je kaart op de kop (niemand kan zien wat er op de kaart staat) ►dit om te voorkomen dat de verkeerde speler begint met het spel (uitkomen)
wanneer alle spelers bevestigen dat de speler mag uitkomen (beginnen), draait de speler de kaart om
Gesloten uitkomen = een beschermingsmaatregel.
Slide 25 - Diapositive
Spelende partij:
Speler met de hoogste punten → leider (declarer) van het spel.
Zijn/haar partner → dummy.
Dummy mag niets uit zichzelf doen, of zeggen!!! → niet actief.
