wi.2m.t07.les1

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

thema 7

de stelling van Pythagoras

Les 1

Rechthoekige driehoeken

Thema 7 stelling van Pythagoras

• Maak alle genummerde opdrachten in je schrift
  
• Denk aan: schrijven met pen en tekenen met potlood
  
• Kijk na met een rode kleur pen
• Soms moet je een antwoord zonder berekening invullen in LessonUp.
  Dit is zodat LessonUp jouw antwoord kan nakijken. In jouw schrift verwachten we wel overal een berekening.
  

• Je gaat dit hoofdstuk een specifieke manier (een schema) leren om opdrachten met Pythagoras op te lossen. Zodra je deze manier hebt geleerd, verwachten we deze methode bij alle opdrachten.
  

Les 1

Je leert:

• De rechthoekszijden van een rechthoekige driehoek herkennen
• Je leert de langste zijde van een rechthoekige driehoek herkennen
  

Even herhalen

Vorig jaar heb je verschillende soorten driehoeken geleerd.

Gelijkzijdige driehoek

Gelijkbenige driehoek

Rechthoekige driehoek

De stelling van Pythagoras geldt alleen voor rechthoekige driehoeken

Het is dus belangrijk dat je die herkent.

Is dit een rechthoekige driehoek?

1. Ja
2. Nee

Is dit een rechthoekige driehoek?

1. Ja
2. Nee

Is dit een rechthoekige driehoek?

1. Ja
2. Nee

Welke driehoek is een rechthoekige driehoek?

1. A
2. B
3. C
4. D

Welke driehoek
is een
rechthoekige
driehoek?

1. ΔABC
2. ΔDEF
3. ΔKLM
4. ΔPQR

Welke driehoek is een rechthoekige driehoek?

1. ΔABC
2. ΔDEF
3. ΔGHI
4. ΔKLM

Leg in je eigen woorden uit wat een rechthoekige driehoek is.

Nieuwe theorie

Je leert:

• De rechthoekszijden van een rechthoekige driehoek herkennen
• Je leert de langste zijde van een rechthoekige driehoek herkennen
  

Is ​             een rechthoekige driehoek?

ΔABC

1. Ja
2. Nee

Rechthoekige driehoek ABC

A

B

C

Rechthoekige driehoek ABC

A

B

C

       is de rechte hoek in deze driehoek
 

∠B

Rechthoekige driehoek ABC

Rechthoek zijdes

A

B

C

Zijde AB en BC liggen aan hoek B. Daarom noemen we deze zijdes: rechthoek zijdes.

Rechthoekige driehoek ABC

De langste zijde

A

B

C

Zijde AC ligt niet aan de rechte hoek. Deze zijde noemen we:
de langste zijde. 

Welke zijden zijn de rechthoekszijden

1. AM en MZ
2. MZ en ZA
3. ZA en AM

Welke zijde is de lange zijde?

1. MZ
2. AZ
3. AM

Welke zijde is de lange zijde?

1. a
2. b
3. c

Welke zijden zijn de rechthoekszijden?

1. a en b
2. b en c
3. c en a

Welke zijde is de lange zijde?

1. AB
2. AC
3. BC

Welke zijden zijn de rechthoekszijden?

1. DE en FE
2. FE en DF
3. DF en DE

Welke zijde is de lange zijde?

1. DE
2. DF
3. EF

Thema 7 - de stelling van Pythagoras

3.

Start op een nieuwe bladzijde in je schrift. Maak een kantlijn en schrijf de titel van het hoofdstuk bovenaan.

Opdracht 3 staat op de volgende slide. maak die in je schrift.

3.

Tip: denk aan de juiste notatie van hoeken en zijden.

Thema 7 - de stelling van Pythagoras

3.

Nakijken met een rode pen.

Let bij de notatie op het gebruik van het hoek teken (   ) en de hoofdletters.

a.

b. Zijde ML en MK

c.

d. KL en PQ

∠M

∠R

∠

4.

Nakijken opdracht 4

Op de volgende slides wordt steeds gevraagd naar de langste zijde van deze driehoeken. Vul jouw antwoord in en kijk het ook meteen na in je schrift.

Wat is de langste zijde van ΔABC

1. AB
2. BC
3. AC

Wat is de langste zijde van ΔDEF

1. DE
2. EF
3. FD

Wat is de langste zijde van ΔGHI

1. GH
2. HI
3. IG

Wat is de langste zijde van ΔPQR

1. PQ
2. QR
3. PR

Wat is de langste zijde van ΔPRS

1. PR
2. RS
3. SP

Even checken: heb je opdracht 3, 4, 6, 7 en 8 in je schrift gemaakt + nagekeken?

1. Ja, dan mag je door
2. Nee, klik terug en maak het alsnog

Hoe ging het vandaag met de opdrachten?

😒🙁😐🙂😃

YES!

Jij bent helemaal klaar met les 1.

Goed bezig!