Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Nettoresultaat
De brutowinst min de bedrijfskosten. Let op: dit kan nettowinst of nettoverlies zijn.
Brutowinst - bedrijfskosten
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat
Slide 1 - Diapositive
Brutowinst
Het verschil tussen verkoopopbrengst (omzet) en inkoopwaarde noem je brutowinst.
( Omzet - Inkoopwaarde )
Slide 2 - Diapositive
UITWERKING
3000 x 75,- = € 225.000,-
3000 x 35,- = € 105.000,- -
BRUTOWINST = € 120.000,-
Bedrijfskosten = € 55.000,- -
NETTOWINST = € 65.000,-
Slide 3 - Diapositive
Opdracht 23
a Brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de omzet.
Nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten
Het verschil zit 'm dus in de bedrijfskosten!
b Op deze manier kan de ondernemer (laten) zien hoeveel winst hij op zijn omzet maakt.
Opdracht 24
a Nee, de onderneming heeft geen productiemiddelen in bezit die in principe minimaal een jaar gebruikt worden.
b (15x11,80)+(100x0,65)+200+100 = € 542,-
c Eigen antwoord
Slide 4 - Diapositive
Inkoopwaarde van de omzet kun je berekenen door:
A
omzet - verkoopprijs
B
afzet x verkoopprijs
C
afzet x inkoopprijs
D
Brutowinst - afzet
Slide 5 - Quiz
Hoe bereken je de brutowinst?
A
omzet - bedrijfskosten
B
omzet - inkoopwaarde
C
omzet + bedrijfskosten
D
omzet + inkoopwaarde
Slide 6 - Quiz
Inkoopwaarde van de omzet kun je berekenen door:
A
omzet - verkoopprijs
B
afzet x verkoopprijs
C
afzet x inkoopprijs
D
Brutowinst - afzet
Slide 7 - Quiz
Nettowinst
Brutowinst
Inkoopprijs
Omzet
Slide 8 - Question de remorquage
bereken de bedrijfskosten in procenten van de omzet
Omzet = 200 broden x € 2,50 per brood = € 500,
inkoopwaarde = 200 broden x € 0,50 per brood = € 100,-
brutowinst = € 400,-
bedrijfskosten zijn =. € 150,-
nettowinst = € 250,-
Slide 9 - Diapositive
oplossing
Omzet = 200 broden x € 2,50 per brood = € 500,
inkoopwaarde = 200 broden x € 0,50 per brood = € 100,-
brutowinst = € 400,-
bedrijfskosten zijn =. € 150,-
nettowinst = € 250,-
Slide 10 - Diapositive
los de volgende opgave op
Een bakker verkoopt per dag 200 broden van € 2,50. De inkoop van meel etc. is € 0,50 per brood. De bedrijfskosten zijn € 150,- per dag. Hoeveel bedraagt de brutowinst en de nettowinst?
Wil van iedereen een oplossing op papier zien!
Slide 11 - Diapositive
De inkoopwaarde, brutowinst, bedrijfskosten en nettowinst uitdrukken in procenten van de omzet
Hiervoor gebruik je de formule:
Voorbeeld:
In 2018 had een bedrijf een omzet van 100.000. De inkoopwaarde van deze omzet was 50.000 en de bedrijfskosten waren 20.000. Druk de inkoopwaarde uit in procenten van de omzet.