Paragraaf 2.4 Blessures

Paragraaf 2.4 Blessures
2.4 - Blessures
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2.4 Blessures
2.4 - Blessures

Slide 1 - Diapositive

Doelen van de les
Leerdoelen 2.4:
- Je kunt uitleggen wat een blessure is en in welke situatie blessures ontstaan
- Je kunt de verschillende blessures bij botten, gewrichten en spieren beschrijven

Slide 2 - Diapositive

Blessures
Beschadigingen aan bot, gewricht of spier.
Kan ook ontstaan door overbelasting.

Slide 3 - Diapositive

Blessures
Beschadigingen aan bot, gewricht of spier.
Kan ook ontstaan door overbelasting.

Overbelasting = dan gebruik je spieren en gewrichten te veel

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Botblessure
Botbreuk = bot die gebroken is

Slide 6 - Diapositive

Botblessure
Botbreuk = bot die gebroken is

Een arts moet een bot dan zetten.

Slide 7 - Diapositive

Botblessure
Botbreuk = bot die gebroken is

Een arts moet een bot dan zetten.

Slide 8 - Diapositive

Botblessure
Zetten: arts 'zet' de botdelen tegen elkaar en verbind dat deel van je lichaam met gips

Hierdoor kunnen de botdelen niet bewegen en groeien ze weer aan elkaar.

Slide 9 - Diapositive

Gewrichtsblessure
Ontwrichting - Gewrichtsknobbel schiet uit gewrichtskom; gewrichtskapsel en -banden rekken hierdoor uit

Slide 10 - Diapositive

Gewrichtsblessure
Verstuiking - gewrichtsband rekt uit doordat een gewricht te ver door buigt (voorbeeld: dubbelgeklapte enkel)

Slide 11 - Diapositive

Knieblessures
Meniscus blessure - meniscus kan scheuren: voetbalknie. Vocht in de knie, hierdoor minder buigzaam. Verholpen door slijpen of verwijderen van de meniscus

Slide 12 - Diapositive

Knieblessures
Knieband/kruisband blessure - Gewrichtsband scheurt in of af, hierdoor wordt het gewricht minder stevig.

Slide 13 - Diapositive

Wat
basis: 2.4 opdr. 3,6,7,8,9 en 19 (blz.108 t/m 110)
kader: 2.4 opdr. 4,5,7,8,9,10,11 en 13 (blz. 76 t/m 78)
Hoe
vijf minuten zelfstandig stil (ZS)
*Geen vinger opsteken
*Aan het werk
*Stil en stoor niemand
*Blijf op je plek
Laatste vijf minuten zachtjes fluisteren (ZF)
Tijd
Tot de bel
Hulp
Boek en aantekeningen
Opbrengst
Snap je de stof beter
Klaar
Samenvatten, huiswerk voor andere vakken, boek lezen

Slide 14 - Diapositive