6.3 Versneld, vertraagd, eenparig

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

6.3 Versneld, vertraagd, eenparig

Wat gaan we doen vandaag?

1. Toets inpannen
   
2. Herhaling 6.2  
3. Uitleg paragraaf 6.3     
4. Zelfstandig werken      
5. Afsluiting/Vragen 6.3

Voorkennis

Wat hebben we in H 6.2 gedaan?

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen wat een versnelde, een eenparige en een vertraagde beweging zijn.  
2.  Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.  
3. Je kunt aan de vorm van de grafiek een versnelde, een eenparige en een vertraagde beweging herkennen. 

Eenparige beweging: 

- afstand in 2 opvolgende foto's

steeds even groot. 

Versnelde beweging: 

- afstand steeds groter tussen 2 opvolgende 
foto's. 

Vertraagde beweging:

- de tussenruimtens tussen 2

foto's wordt steeds kleiner. 

Tegenkomen

Bram y = 3t

Lisa: y = -t + 40

3t = -t + 40

4 t = 40

t = 10

t = s/v = 40/4 =10s

y= v.t= 3x10= 30m

Zelfstandig werken

Wat: Lees en maak hoofdstuk 6, paragraaf 3 (blz. 188 t/m 194). 

basis: 24 t/m 28

herhaling: 29 t/m 31 

verdieping: 32 en 33 

Wanneer: Zorg dat dit voor volgende week af is en kijk het na. 

Hoe: Met je boek en in je schrift. Schrijf met pen, teken met potlood. 

Klaar?: Als je klaar bent met paragraaf 3, kun je verder met paragraaf 4.

Nut van het lesdoel

Je kunt gecombineerde opdrachten van paragraaf 1,2 en 3 goed doen, waar de stroboscoop, de forumule voor gemiddelde snelheid en diagrammen in voorkomen.

Je begrijpt verschillende grafieken en kunt hierdoor makkelijker opdrachten oplossen, ook de komende leerjaren.

Controle van begrip

Schets in één afstand,tijd-diagram;

een versnelde beweging (1)

vertraagde beweging (2)

eenparige beweging (3)

Controle van begrip

Uitwerking oliespoor

a De afstand wordt steeds groter tussen de druppels.

b  Geg: s = 20 m

t = 5 s ( 5 x 1 s, de eerste stip niet meetellen !)

Gevr: vgem

Opl; vgem = s/t 

vgem = 20/5 = 4 m/s

a De afstand is gelijk tussen de druppels.

b  Geg: s = 20 m

t = 5 s ( 5 x 1 s, de eerste stip niet meetellen !)

Gevr: vgem

Opl; vgem = s/t 

vgem = 20/5 = 4 m/s

a stil voor stoplicht

b eenparig 4 m/s

c remt af voor stoplicht

d stapt op de fiets

e eenparig 6 m/s

f rijdt weg groen stoplicht

g arriveert op school

a stil voor stoplicht

b eenparig 4 m/s

c remt af voor stoplicht

d stapt op de fiets

e eenparig 6 m/s

f rijdt weg groen stoplicht

g arriveert op school