Herhaling spelling en formulering

Herhaling werkwoordspelling
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

SCHEMA WERKWOORDSPELLING

Slide 2 - Diapositive

Er wor__ altijd zo moeilijk over gedaan.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 3 - Quiz

(3) Silke: Je zus zal er zijn voor de rest van je leven, wat er ook gebeurd! En dat mag wel eens gezegt worden. Het is de week van de zussen. Heb je een zus, hou je van haar en ben je supertrots op haar, post dit dan op je status!
Ine: Thanks zusje, dat is helemaal wederzijds! Een mens word er helemaal warm van :)

Slide 4 - Question ouverte

Ik heb het bonnetje netjes bewaar___.
A
bewaart
B
bewaard
C
bewaardt

Slide 5 - Quiz

Ik hoorde dat de prijs met 5% is verlaag__.
A
verlaagt
B
verlaagdt
C
verlaagd

Slide 6 - Quiz

(3) Maartje: Vanmiddag iets te enthousiast geweest met kleurshampoo, hahaha! Niet schrikken als je mij tegenkomt!
Jana: Whahaha, bedankt dat je me waarschuwd!
Maartje: Ik ben er ondertussen al wat aan gewent, maar ben benieuwd wat jij ervan vind ;)

Slide 7 - Question ouverte

We hopen dat hij nu niet weer te snel iets beloof___.
A
belooft
B
belooftd
C
beloofd

Slide 8 - Quiz

Ik hoop u hierbij voldoende ________ (informeren) te hebben.

Slide 9 - Question ouverte

Als je iets hebt beloof__, moet je het ook nakomen.
A
beloofd
B
belooft
C
beloofdt

Slide 10 - Quiz

(2) Jan: M’n zelfgebakken brood totaal mislukt…
Tine: Oei, wat is er gebeurt?
Jan: Onze oven verwoeste de halve keuken, doordat hij in brand vloog :(

Slide 11 - Question ouverte

Ik heb een klacht over het lawaai dat wor__ gemaakt.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 12 - Quiz

(3) Youri: Hé Esra, gisteren waren de verkiezingen. Op wie heb jij gestemt?
Karin: Dat wilt ze vast niet zeggen, dat houd iedereen toch voor zichzelf?

Slide 13 - Question ouverte

Welke 'beloofd' is fout?
(1) Onno: Erik beloofd dat hij er is.
(2) Ashley: En hij doet altijd wat hij zegt, zeker als hij het heeft beloofd.
A
in zin 1
B
in zin 2
C
in beide zinnen fout
D
in beide zinnen goed

Slide 14 - Quiz

Als je oefent, wor__ je langzaam steeds beter.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 15 - Quiz

Ik hoop dat u de fout spoedig herstel__.
A
hersteld
B
herstelt
C
hersteldt

Slide 16 - Quiz

Algemene spelling en formulering 

Slide 17 - Diapositive

____ aanleiding van ons telefoongesprek schrijf ik deze mail.
A
Na
B
Naar
C
In

Slide 18 - Quiz

____ van deze ___ willen wij u graag vertellen wat ons voorstel is.
A
Doormiddel, email
B
Door middel, email
C
Doormiddel, e-mail
D
Door middel, e-mail

Slide 19 - Quiz

Kinderen vanaf 6 jaar mogen meedoen, dus alle ___ nog niet.
A
vijfjarigen
B
5 jarigen
C
5-jarigen
D
5 jarige

Slide 20 - Quiz

Zoek de zinsbouwfout:
Ik ben ermee eens dat het gratis moet worden.

Slide 21 - Question ouverte

Zoek de twee woordfouten:
Een deel van de studenten hebben het boek nog niet die nodig is voor voor dit vak.

Slide 22 - Question ouverte

Zoek de zinsbouwfout:
Taarten bakken is een leuke hobby, maar moet je wel tijd voor maken.

Slide 23 - Question ouverte

Zoek de formuleringsfout:
Hierdoor lopen we inkomsten mis door de kortere openingstijden.

Slide 24 - Question ouverte