Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Herhaling werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
SCHEMA WERKWOORDSPELLING
Slide 2 - Diapositive
Er wor__ altijd zo moeilijk over gedaan.
A
wort
B
word
C
wordt
Slide 3 - Quiz
(3) Silke: Je zus zal er zijn voor de rest van je leven, wat er ook gebeurd! En dat mag wel eens gezegt worden. Het is de week van de zussen. Heb je een zus, hou je van haar en ben je supertrots op haar, post dit dan op je status! Ine: Thanks zusje, dat is helemaal wederzijds! Een mens word er helemaal warm van :)
Slide 4 - Question ouverte
Ik heb het bonnetje netjes bewaar___.
A
bewaart
B
bewaard
C
bewaardt
Slide 5 - Quiz
Ik hoorde dat de prijs met 5% is verlaag__.
A
verlaagt
B
verlaagdt
C
verlaagd
Slide 6 - Quiz
(3) Maartje: Vanmiddag iets te enthousiast geweest met kleurshampoo, hahaha! Niet schrikken als je mij tegenkomt! Jana: Whahaha, bedankt dat je me waarschuwd! Maartje: Ik ben er ondertussen al wat aan gewent, maar ben benieuwd wat jij ervan vind ;)
Slide 7 - Question ouverte
We hopen dat hij nu niet weer te snel iets beloof___.
A
belooft
B
belooftd
C
beloofd
Slide 8 - Quiz
Ik hoop u hierbij voldoende ________ (informeren) te hebben.
Slide 9 - Question ouverte
Als je iets hebt beloof__, moet je het ook nakomen.
A
beloofd
B
belooft
C
beloofdt
Slide 10 - Quiz
(2) Jan: M’n zelfgebakken brood totaal mislukt… Tine: Oei, wat is er gebeurt? Jan: Onze oven verwoeste de halve keuken, doordat hij in brand vloog :(
Slide 11 - Question ouverte
Ik heb een klacht over het lawaai dat wor__ gemaakt.
A
wort
B
word
C
wordt
Slide 12 - Quiz
(3) Youri: Hé Esra, gisteren waren de verkiezingen. Op wie heb jij gestemt? Karin: Dat wilt ze vast niet zeggen, dat houd iedereen toch voor zichzelf?
Slide 13 - Question ouverte
Welke 'beloofd' is fout? (1) Onno: Erik beloofd dat hij er is. (2) Ashley: En hij doet altijd wat hij zegt, zeker als hij het heeft beloofd.
A
in zin 1
B
in zin 2
C
in beide zinnen fout
D
in beide zinnen goed
Slide 14 - Quiz
Als je oefent, wor__ je langzaam steeds beter.
A
word
B
wordt
C
wort
Slide 15 - Quiz
Ik hoop dat u de fout spoedig herstel__.
A
hersteld
B
herstelt
C
hersteldt
Slide 16 - Quiz
Algemene spelling en formulering
Slide 17 - Diapositive
____ aanleiding van ons telefoongesprek schrijf ik deze mail.
A
Na
B
Naar
C
In
Slide 18 - Quiz
____ van deze ___ willen wij u graag vertellen wat ons voorstel is.
A
Doormiddel, email
B
Door middel, email
C
Doormiddel, e-mail
D
Door middel, e-mail
Slide 19 - Quiz
Kinderen vanaf 6 jaar mogen meedoen, dus alle ___ nog niet.
A
vijfjarigen
B
5 jarigen
C
5-jarigen
D
5 jarige
Slide 20 - Quiz
Zoek de zinsbouwfout: Ik ben ermee eens dat het gratis moet worden.
Slide 21 - Question ouverte
Zoek de twee woordfouten: Een deel van de studenten hebben het boek nog niet die nodig is voor voor dit vak.
Slide 22 - Question ouverte
Zoek de zinsbouwfout: Taarten bakken is een leuke hobby, maar moet je wel tijd voor maken.
Slide 23 - Question ouverte
In een titel: Online lessen door Corona.
A
geen hoofdletter, geen punt
B
wel hoofdletter, wel een punt
C
geen hoofdletter, wel een punt
D
wel hoofdletter, geen punt
Slide 24 - Quiz
Het was moeilijk om samen te werken wat betreft de communicatie.
A
samen te werken = te samenwerken
B
de communicatie = het communiceren
C
wat betreft = vanwege
Slide 25 - Quiz
herken de fout: In Maart 2020 brak corona uit in ons land.
Slide 26 - Question ouverte
Herken de fout: Ik neem aan dat jullie begrijpen dat wij niet een hele fijne tijd bij jullie hebben gehad en verwachten dan ook dat wij terug mogen komen op jullie kosten.
Slide 27 - Question ouverte
Herken de fout: Het is altijd goed om dat nog is goed te oefenen.