Herhaling spelling en formulering

Herhaling werkwoordspelling
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

SCHEMA WERKWOORDSPELLING

Slide 2 - Diapositive

Er wor__ altijd zo moeilijk over gedaan.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 3 - Quiz

Ik heb het bonnetje netjes bewaar___.
A
bewaart
B
bewaard
C
bewaardt

Slide 4 - Quiz

Ik hoorde dat de prijs met 5% is verlaag__.
A
verlaagt
B
verlaagdt
C
verlaagd

Slide 5 - Quiz

(3) Maartje: Vanmiddag iets te enthousiast geweest met kleurshampoo, hahaha! Niet schrikken als je mij tegenkomt!
Jana: Whahaha, bedankt dat je me waarschuwd!
Maartje: Ik ben er ondertussen al wat aan gewent, maar ben benieuwd wat jij ervan vind ;)

Slide 6 - Question ouverte

We hopen dat hij nu niet weer te snel iets beloof___.
A
belooft
B
belooftd
C
beloofd

Slide 7 - Quiz

Ik hoop u hierbij voldoende ________ (informeren) te hebben.

Slide 8 - Question ouverte

Als je iets hebt beloof__, moet je het ook nakomen.
A
beloofd
B
belooft
C
beloofdt

Slide 9 - Quiz

Ik heb een klacht over het lawaai dat wor__ gemaakt.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 10 - Quiz

(3) Youri: Hé Esra, gisteren waren de verkiezingen. Op wie heb jij gestemt?
Karin: Dat wilt ze vast niet zeggen, dat houd iedereen toch voor zichzelf?

Slide 11 - Question ouverte

Welke 'beloofd' is fout?
(1) Onno: Erik beloofd dat hij er is.
(2) Ashley: En hij doet altijd wat hij zegt, zeker als hij het heeft beloofd.
A
in zin 1
B
in zin 2
C
in beide zinnen fout
D
in beide zinnen goed

Slide 12 - Quiz

Als je oefent, wor__ je langzaam steeds beter.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 13 - Quiz

Ik hoop dat u de fout spoedig herstel__.
A
hersteld
B
herstelt
C
hersteldt

Slide 14 - Quiz

Algemene spelling en formulering 

Slide 15 - Diapositive

____ aanleiding van ons telefoongesprek schrijf ik deze mail.
A
Na
B
Naar
C
In

Slide 16 - Quiz

____ van deze ___ willen wij u graag vertellen wat ons voorstel is.
A
Doormiddel, email
B
Door middel, email
C
Doormiddel, e-mail
D
Door middel, e-mail

Slide 17 - Quiz

Kinderen vanaf 6 jaar mogen meedoen, dus alle ___ nog niet.
A
vijfjarigen
B
5 jarigen
C
5-jarigen
D
5 jarige

Slide 18 - Quiz

Zoek de zinsbouwfout:
Ik ben ermee eens dat het gratis moet worden.

Slide 19 - Question ouverte

Zoek de twee woordfouten:
Een deel van de studenten hebben het boek nog niet die nodig is voor voor dit vak.

Slide 20 - Question ouverte

Zoek de formuleringsfout:
Hierdoor lopen we inkomsten mis door de kortere openingstijden.

Slide 21 - Question ouverte

Het was moeilijk om samen te werken wat betreft de communicatie.
A
samen te werken = te samenwerken
B
de communicatie = het communiceren
C
wat betreft = vanwege

Slide 22 - Quiz

Herken de fout:
Ik schrijf u deze mail omdat wij een klacht hebben wat betreft het huisje waarin wij verbleven.

Slide 23 - Question ouverte

Echter klopte het niet wat er op de site stond.

Slide 24 - Question ouverte

Op de site stond dat er bij het huisje een zwembad bij zou zitten.

Slide 25 - Question ouverte

Herken de fout:
Het is altijd goed om dat nog is goed te oefenen.

Slide 26 - Question ouverte

Ik ben José en ik ben ___ student.
A
3de jaar
B
derdejaars
C
3e jaars
D
derde jaar

Slide 27 - Quiz