3 kader zinsonleden en woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Oefenles Grammatica

Weet je het nog? Zinsonleden en een paar (bekende) woordsoorten.

Wat is de persoonsvorm en hoe vind je hem?

Zet de zin in een andere tijd en vind de persoonsvorm(en)?
'Ik weet wel dat je de opdracht begrijpt.'

Wat moet je voor zinsontleding allemaal kennen?

Zet zinsdeelstrepen in de volgende zin:
'Na vele maanden van ellende over de huur is er eindelijk een oplossing gevonden.'

Ontleed de onderstaande zin (van PV t/m BWB):
In de meivakantie ga ik op een motorfiets rijden.
(lukt het je ook om strepen te zetten?)

In de meivakantie|ga| ik| op een motorfiets| rijden.

PV: ga

                       ww.gez: ga rijden

ow: ik

lv: ---- 

mv:-----

                                               bwb: In de meivakantie, op een motorfiets

beschrijf zo volledig mogelijk wat een Lijdend Voorwerp is:

Geef me direct mijn glas aan!

Het onderwerp is:

1. me
2. mijn glas
3. is er niet
4. direct

Geef| me| direct| mijn glas| aan!

PV: geef

ww.gez: geef aan

ow: ----------- (gebiedende wijs!)

lv: mijn glas 

bwb: direct.

Ontleed:
Morgen gaan we scoren voor een moeilijk SO.

Morgen| gaan| we| scoren| voor een moeilijk SO.

PV: gaan

ww.gez: gaan scoren

OW: we

lv: -----

mv: -----

bwb: morgen, voor een moeilijk SO

Ik vind dat meisje mooi!

Het woordje mooi is:

1. een werkwoord
2. een lidwoord
3. een zelfstandig naamwoord
4. een bijvoeglijk naamwoord

Ik vind dat meisje mooi!

Mooi zegt iets van het meisje, je kunt ook zeggen:

dat mooie meisje.

Dit is een bijvoeglijk naamwoord (versierwoord)

Jan wil zijn vader graag zien.

Het woordje Jan is:

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. lidwoord

Jan wil zijn vader graag zien.

Jan is een naam.

namen (hoofdletters) zijn altijd znw!

Een zelfstandig naamwoord is vaak:

-een mens, dier, plant, ding, plaats of naam.

woorden waar je -de, -het, -een voor zet.

Wil jij het kastje laten staan.

het woordje laten is:

1. een lidwoord
2. een werkwoord
3. een zelfstandig naamwoord
4. een bijvoeglijk naamwoord

Welke lidwoorden zijn er?

Ben je er klaar voor na vandaag?
Heb je het gevoel veel geleerd te hebben?