3 basis woordsoorten

Geef me direct mijn glas aan!

Het onderwerp is:
A
me
B
mijn glas
C
is er niet
D
direct
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Geef me direct mijn glas aan!

Het onderwerp is:
A
me
B
mijn glas
C
is er niet
D
direct

Slide 1 - Quiz

Geef| me| direct| mijn glas| aan!
PV: geef
ww.gez: geef aan
ow: ----------- (gebiedende wijs!)
lv: mijn glas 
bwb: direct.

Slide 2 - Diapositive

Ontleed:
Morgen gaan we scoren voor een moeilijk SO.

Slide 3 - Question ouverte

Morgen| gaan| we| scoren| voor een moeilijk SO.
PV: gaan
ww.gez: gaan scoren
OW: we
lv: -----
mv: -----
bwb: morgen, voor een moeilijk SO

Slide 4 - Diapositive

Ik vind dat meisje mooi!

Het woordje mooi is:
A
een werkwoord
B
een lidwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz

Ik vind dat meisje mooi!
Mooi zegt iets van het meisje, je kunt ook zeggen:
dat mooie meisje.

Dit is een bijvoeglijk naamwoord (versierwoord)

Slide 6 - Diapositive

Jan wil zijn vader graag zien.

Het woordje Jan is:
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 7 - Quiz

Jan wil zijn vader graag zien.
Jan is een naam.
namen (hoofdletters) zijn altijd znw!

Een zelfstandig naamwoord is vaak:
-een mens, dier, plant, ding, plaats of naam.

woorden waar je -de, -het, -een voor zet.

Slide 8 - Diapositive

Wil jij het kastje laten staan.

het woordje laten is:
A
een lidwoord
B
een werkwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Welke lidwoorden zijn er?

Slide 10 - Carte mentale

Ben je er klaar voor na vandaag?
Heb je het gevoel veel geleerd te hebben?

Slide 11 - Question ouverte