Quiz Grieks alfabet (na les 1)

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Quiz alfabet

alfa

beta

gamma

theta

epsilon

dzeta

delta

eta

δ

γ

β

ε

θ

η

α

ζ

mu

pi

iota

ksi

omikron

labda

nu

kappa

ν

ι

π

ο

ξ

κ

μ

λ

rho

omega

phi

chi

psi

sigma

upsilon

tau

υ

φ

ω

ψ

χ

τ

ρ

σ/ς

Wat is de naam van deze Griekse letter?
ρ

1. rho
2. kappa
3. tau
4. delta

Wat is de naam van deze Griekse letter?
τ

1. rho
2. kappa
3. tau
4. delta

Hoe ziet de letter phi er uit?

1. χ
2. φ
3. ξ
4. ι

Hoe ziet de letter alfa eruit?

1. ε
2. α
3. β
4. γ

Hoe ziet de hoofdletter delta eruit?

1. Δ
2. Χ
3. Α
4. Θ

De griekse ν lijkt natuurlijk op een v; toch is het een hele andere letter - hoe spreek je de ν uit?

1. f
2. u
3. n
4. oe

Welke Griekse hoofdletter is dit?
Λ

1. delta
2. kappa
3. labda
4. alfa

Welke Griekse hoofdletter is dit?
Θ

1. eta
2. theta
3. delta
4. phi

Welke hoofdletter hoort bij welke kleine letter?

ω

ξ

γ

ν

δ

σ, ς

υ

η

Δ

Σ

Ω

Υ

Ν

Γ

Η

Ξ

Hoe heet elk van deze Griekse letters?

ψ

α

φ

λ

π

labda

psi

pi

phi

alpha

Hoe heet elk van deze Griekse letters?

Χ

Ε

Θ

Ο

Τ

epsilon

chi

thèta

tau

omikron

Wanneer krijg je een spiritus?

1. Als het woord begint met een klinker
2. Als het woord begint met een klinker, tweeklank, of medeklinker
3. Als het woord begint met een tweeklank
4. Als het woord begint met een klinker, tweeklank, of ρ

Waar of niet waar?
"Als een woord met een tweeklank begint, komt de spiritus op de tweede klinker"

1. Waar
2. Niet waar

Hoe spreek je een spiritus lenis uit?

1. Als een "h"
2. Niet

Hoe spreek je een spiritus asper uit?

1. Als een "h"
2. Niet

Mengwoorden

Je ziet dadelijk een woord dat bestaat uit een Griekse letter en een aantal Nederlandse letters. Voorbeeld:

μziek 

= mu-ziek

Wat staat hier?
πano

Wat staat hier:
τgé

Wat staat hier:
ηge