Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grieks - Opfrissen
Herhaling Grieks klas 2
- Alfabet
- Congruentie
- Werkwoord (praesens enkelvoud)
1 / 44
suivant
Slide 1:
Diapositive
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
44 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhaling Grieks klas 2
- Alfabet
- Congruentie
- Werkwoord (praesens enkelvoud)
Slide 1 - Diapositive
Het alfabet
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
alfa
beta
gamma
theta
epsilon
dzeta
delta
eta
δ
γ
β
ε
θ
η
α
ζ
Slide 4 - Question de remorquage
mu
pi
iota
ksi
omikron
labda
nu
kappa
ν
ι
π
ο
ξ
κ
μ
λ
Slide 5 - Question de remorquage
rho
omega
phi
chi
psi
sigma
upsilon
tau
υ
φ
ω
ψ
χ
τ
ρ
σ/ς
Slide 6 - Question de remorquage
wat is de naam van deze Griekse letter?
ρ
A
rho
B
kappa
C
tau
D
delta
Slide 7 - Quiz
wat is de naam van deze Griekse letter?
τ
A
rho
B
kappa
C
tau
D
delta
Slide 8 - Quiz
Hoe ziet de letter phi er uit?
A
χ
B
φ
C
ξ
D
ι
Slide 9 - Quiz
Hoe ziet de letter alfa eruit?
A
ε
B
α
C
β
D
γ
Slide 10 - Quiz
Hoe ziet de hoofdletter delta er uit?
A
Δ
B
Χ
C
Α
D
Θ
Slide 11 - Quiz
De griekse ν lijkt natuurlijk op een v; toch is het een hele andere letter - hoe spreek je de ν uit?
A
f
B
u
C
n
D
oe
Slide 12 - Quiz
Welke Griekse hoofdletter is dit?
Λ
A
delta
B
kappa
C
labda
D
alfa
Slide 13 - Quiz
Welke Griekse hoofdletter is dit?
Θ
A
eta
B
theta
C
delta
D
phi
Slide 14 - Quiz
Welke hoofdletter hoort bij welke kleine letter?
ω
ξ
γ
ν
δ
σ, ς
υ
η
Δ
Σ
Ω
Υ
Ν
Γ
Η
Ξ
Slide 15 - Question de remorquage
Hoe heet elk van deze Griekse letters?
ψ
α
φ
λ
π
labda
psi
pi
phi
alpha
Slide 16 - Question de remorquage
Hoe heet elk van deze Griekse letters?
Χ
Ε
Θ
Ο
Τ
epsilon
chi
thèta
tau
omikron
Slide 17 - Question de remorquage
Hoe heet elk van deze accenttekens?
ἀ
ἁ
ᾳ
spiritus asper
iota subscriptum
spiritus lenis
Slide 18 - Question de remorquage
Hoe spreek je een spiritus lenis uit?
A
Als een "h"
B
Niet
Slide 19 - Quiz
Hoe spreek je een spiritus asper uit?
A
Als een "h"
B
Niet
Slide 20 - Quiz
Wanneer krijg je een spiritus?
A
Als het woord begint met een klinker
B
Als het woord begint met een klinker, tweeklank, of medeklinker
C
Als het woord begint met een tweeklank
D
Als het woord begint met een klinker, tweeklank, of ρ
Slide 21 - Quiz
Waar of niet waar?
"Als een woord met een tweeklank begint, komt de spiritus op de tweede klinker"
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Als wat kán een iota subscriptum worden gebruikt?
A
Als de letter 'i'
B
Als de letter 'j'
C
Als de letter 'i' aan het begin van een woord
D
Als de letter 'i' in een tweeklank
Slide 23 - Quiz
Na welke klinkers wordt een iota subscriptum gebruikt?
A
Na korte klinkers
B
Na lange klinkers
Slide 24 - Quiz
Ga nu in tweetallen aan de slag met de opdracht
'Een Grieks gesprek'
Slide 25 - Diapositive
Klaar met de opdracht 'Een Grieks gesprek'? Ga dan door met de hierop volgende opdrachten over naamvallen en congruentie
Slide 26 - Diapositive
Hoe kan de nominativus niet worden gebruikt in een zin?
A
Als onderwerp
B
Als lijdend voorwerp
C
Als naamwoordelijk deel v/h gezegde
Slide 27 - Quiz
Hoe kan de accusativus niet worden gebruikt in een zin?
A
Bij bezit
B
Als aanvulling bij een voorzetsel
C
Als lijdend voorwerp
Slide 28 - Quiz
Wat wordt bedoeld met de ρ,ε,ι-regel?
Slide 29 - Question ouverte
Geef van het volgende woord naamval, getal en geslacht aan: νέα
Slide 30 - Question ouverte
Geef van het volgende woord naamval, getal en geslacht aan: πολύ
Slide 31 - Question ouverte
Geef van het volgende woord naamval, getal en geslacht aan: ἕκαστον (3x)
Slide 32 - Question ouverte
Geef van het volgende woord naamval, getal en geslacht aan: μέγα (2x)
Slide 33 - Question ouverte
Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar de zelfstandige naamwoorden waarmee ze congrueren.
τὸν ... ἄνθρωπον
τὸ ... ἔργον
τὴν ... κεφαλήν
ἡ ... βασιλεία
ὁ ... δοῦλος
καλή
ἀνδρεῖον
ἄλλος
νέαν
μέγα
Slide 34 - Question de remorquage
Werkwoorden
Slide 35 - Diapositive
Verbind elk werkwoord met de juiste betekenis
ik verberg
jij verbergt
hij verbergt
(te) verbergen
κρύπτεις
κρύπτειν
κρύπτει
κρύπτω
Slide 36 - Question de remorquage
Geef de volledige vertaling (incl. ik/jij/hij) van het volgende werkwoord: ποιεῖ
Slide 37 - Question ouverte
Geef de volledige vertaling (incl. ik/jij/hij) van het volgende werkwoord: θαυμάζεις
Slide 38 - Question ouverte
Geef de volledige vertaling (incl. ik/jij/hij) van het volgende werkwoord: λέγω
Slide 39 - Question ouverte
Geef de volledige vertaling (incl. ik/jij/hij) van het volgende werkwoord: ἐστιν
Slide 40 - Question ouverte
Algemeen
Slide 41 - Diapositive
Wat vind je op dit moment het makkelijkst bij Grieks?
Slide 42 - Carte mentale
Wat vind je op dit moment het lastigst bij Grieks?
Slide 43 - Carte mentale
Wat willen jullie in de aankomende lessen vooral nog veel herhalen?
Slide 44 - Carte mentale
Plus de leçons comme celle-ci
Grieks - Oefening alfabet
Avril 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Opfrisles Grieks klas 3
Septembre 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
iota subscriptum
Juin 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Quiz Grieks alfabet (na les 1)
Janvier 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klinkers en Tweeklanken
Juin 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Latijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
2425 P1 Thema 3 Week 43 Grieks alfabet
Octobre 2024
- Leçon avec
46 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
introductieles 2022
Septembre 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
alfbet + bijzonderheden
Octobre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2