Woche 43

H3 Duits, week 43
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H3 Duits, week 43

Slide 1 - Diapositive

Afspraken: 
• Zet je telefoon uit en doe 'm in de telefoontas. 
• Ga op je plaats (volgens de plattegrond van de mentor) zitten.
• Pak je spullen (werkboek, pen, schrift). 
• Start zelfstandig & in stilte met de beginopdracht die op het bord staat (5 minuten).
• Aan het eind van de les blijf je rustig zitten totdat de bel is gegaan.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Diese Woche:
Dienstag (40 Min.)

Uitval
Donnerstag (40 Min.)

T01: Toetsinzage
Uitleg T02
Start Kapitel 2
Doornemen Wörterliste A
An die Arbeit
Hausaufgaben
Montag (80 Min.)

Studiedag

Slide 4 - Diapositive

T02:

Slide 5 - Diapositive

Week 46: tweede toets idioomdossier

Woordjes: Kapitel 2 Du-NL en NL-Du, inclusief meervouden (blz. 76-77) 



Slide 6 - Diapositive

Week 50/51: Toetsperiode 2
- Woordjes: Kapitel 3 Du-NL en NL-Du, inclusief meervouden (blz. 114-115)
- Grammatica:
Kapitel 2: 
* E, de eerste, derde en vierde naamval na het ontleden van zinnen (blz. 81)
Kapitel 3: 
* C, Sterke werkwoorden met een e of a in de stam (blz. 118)
* E, voorzetsels met de derde en voorzetsels met de vierde naamval (blz. 119)
- Leestekst



Slide 7 - Diapositive

Start Kapitel 2
Fit durchs Leben

--> Du kannst über deine Gesundheit und gesundes Leben sprechen. 

Machst du Sport? Wenn ja: Welcher Sport? Wo machst du das? Und wie oft? Rede darüber in der Klasse. 

- Wörterliste A: blz. 76

Slide 8 - Diapositive

An die Arbeit
1. Blz. 49: Aufgabe 4
Lees de zinnen en vul de ontbrekende woorden uit woordenlijst A (blz. 76) in.

2. Blz. 52: Aufgabe 7
Lees de theorie en vul de juiste vervoegingen van de werkwoorden in. Dit is herhaling van de toetsstof. 

Slide 9 - Diapositive

Hausaufgaben für Montag
- Maken: 
Aufgabe 4 en Aufgabe 7 (blz. 49 en 52) 

- Leren: 
Woordenlijst A, eerste helft: "der Arm" t/m "das Haar" (blz. 76). Leer de woordjes NL-Du en Du-NL!

Slide 10 - Diapositive