Interactievaardigheden les 2 en 3

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Interactievaardigheden 

Les 2 én 3

Programma

Uitdagende ruimtes

Zone van de naaste ontwikkeling

SLO doelen

Van vrij naar geleid spel

Lesdoelen

Aan het einde van de les weet je waarom uitdagende ruimtes belangrijk zijn bij de ontwikkeling van kinderen.

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de zone van de naaste ontwikkeling is.

Aan het einde van de les weet je het verschil tussen kansen grijpen en kansen creëren.

Aan het einde van de les weet je wat ‘van vrij naar geleid spel’ inhoudt

Waar denk je aan bij je een uitdagende ruimte voor kinderen?

Uitdagende ruimtes

Veiligheidseisen

Angst PM'ers - zij zien soms veel risico's

Kinderen hebben natuurlijke aanleg om risico's in te schatten

Dit kan verder ontwikkelen door uitdagingen/avontuur aan te bieden

Buiten spelen nodigt uit tot ander spel

Het kind kan het al zelf, heeft geen hulp nodig (groen)

Het kind kan het met hulp/begeleiding (blauw)

Het kind kan het niet zelf en niet met hulp/begeleiding (rood)

Hoe sluit jij als PM'er hierbij aan?

Aansluiten bij de zone van de naaste ontwikkeling:

Je biedt kinderen activiteiten aan, stelt vragen en geeft instructies die aansluiten bij hun interesse, maar die net iets verder gaan dan waar ze zelf mee bezig zijn.

SLO doelen

SLO:  Stichting Leerplan Ontwikkeling

Hierin staat per ontwikkelingsgebied beschreven wat kinderen moeten kunnen op een bepaalde leeftijd

Onderverdeeld in verschillende ontwikkelingen en vaardigheden

Kansen grijpen en creëren

Kansen grijpen = meteen ingaan op iets wat je ziet en zo de ontwikkeling stimuleren

Er wordt ingegaan op initiatieven van kinderen en ingespeeld op onverwachte gebeurtenissen (een glazenwasser, vlinder die voorbij vliegt, etc.)

Kansen creëren = zelf bewust iets inzetten en zo de ontwikkeling stimuleren

Er wordt gericht iets ingezet, dit staat van te voren vaak al gepland.

Van vrij naar geleid spel

Pak de materialen erbij.

Opdracht: +/- 3 minuten mee te spelen, daarna nabespreken. 

Van vrij naar geleid spel

Opdracht: maak met de materialen die je hebt een (fantasie)dier. 

 

Wat is het verschil tussen de 1e en 2e opdracht? 

Koppeling met de eerder behandelde begrippen. 

TOETSING

Je vormt met een kleine groep een expert-groep

Per groep ben je expert van een interactie vaardigheid

Je verdiept je in de theorie tot je expert hierin bent

Je geeft als groep een interactieve inspiratieles aan de rest van de groep

Je formuleert 3 kennisvragen/theorievragen die gebruikt kunnen worden voor de toets.

In de toets/bufferweek krijg je een toets waarin de theorie van alle interactievaardigheden aan bod komt.

Aan de slag.....

Je krijgt het groepje te horen waarmee je de eindopdracht gaat doen. 

Jullie gaan starten met het onderzoeken wat jullie interactievaardigheid inhoudt.

- je gebruikt daarbij het boek interactievaardigheden. 

- tip; maak voor jullie zelf een A4 of een document waarin je dingen opschrijft over de theorie maar ook ideeen om met de klas te doen of eventuele toetsvragen. 

Huiswerk

- Lees 5.1 en 5.2 uit je boek Interactievaardigheden

- Deze theorie komt aan bod tijdens de lessen