Hoofdstuk 5 stromende elektriciteit

Hoofdstuk 5 stromende elektriciteit
stroomkring

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuur en techniekMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5 stromende elektriciteit
stroomkring

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektrische stroom
Wat is elektrische stroom?
Spanningsbronnen
Stroomkringen
Verschil tussen spanning en stroom
Practicum

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spanningsbronnen

Wat is een spanningsbron?
Welke spanning hebben ze?
Waarin meten we spanning?



Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Batterijen
Batterijen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spanningsbronnen
Er zijn drie soorten spanningsbronnen:
  1. chemische: batterijen en accu's
  2. beweging: dynamo's en generatoren
  3. licht: zonnecellen / zonnepanelen

 Spanningsbronnen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektrische stroom
- De spanningsbron zorgt ervoor dat de elektrische stroom gaat lopen. 
- Stroomdraden geleiden de elektrische stroom. (geleider)
- Om de stroomdraad zit een isolator

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektrische stroom
Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.

De spanningsbron pompt de elektrische stroom rond.

Er verdwijnen geen elektronen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Elektrische stroom
Hoe ontstaat een elektrische stroom?
In metalen (geleiders) zitten deeltjes die de elektrische stroom kunnen meenemen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Afsluitend lied over de stroomkring.
Wat is spanning?
Spanning is dus: Het verschil in (elektrische) lading.
--------------------------------
Dit zorgt ervoor dat er stroom gaat lopen tussen de voorwerpen en dit is handig!

Slide 10 - Diapositive

Als wolken tegen elkaar aan wrijven ontstaat een groot verschil in lading. Eerst het gedonder in de wolken. (Stroom in de wolken). Daarna de ontlading van de wolken op de grond. (Bliksem) Zit hoge waardes aan spanning
Wat is het verschil tussen stroom en spanning?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen stroom en spanning?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie opwekken

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Batterijen
Leveren een gelijkblijvende spanning

Herbruikbare batterijen:
  1. Stroom omgekeerd door de batterij sturen
  2. Chemische reactie wordt omgekeerd
  3. Oorspronkelijke stoffen keren terug
  4. Batterij is opgeladen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

platte batterij
3 batterijen in serie
totale spanning:
1,5+1,5+1,5=4,5 volt

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

symbolen
je kan stroomkringen tekeken. hiervoor heb je symbolen nodig.

in een getekende stroomkring kan je snel zien of iets in serie is of parallel

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Type schakelingen
Er zijn 3 manieren waarop apparaten in een stroomkring geschakeld kunnen staan:
  • In serie
  • Parallel
  • Gemengd

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Serie/parallel
Serie: 
alle apparaten zitten in één stroomkring. 

Parallel: 
Elk apparaat heeft zijn eigen stroomkring.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een stroomkring met een Ampèremeter in serie geschakeld

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltmeter
Staat parallel met de andere componenten

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltmeter en ampèremeter
Dus de ampèremeter staat in de stroomkring (in serie) en de voltmeter staat in zijn eigen stroomkring tegen de grote stroomkring (parallel)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je kennen/kunnen?
Het verschil tussen een serie en parallel-schakeling kennen.
Tekeningen van stroomkringen maken met de juiste symbolen.
Weten hoe je een voltmeter, amperemeter en schakelaar aansluit.
Weten hoe stroomsterkte zich gedraagt in serie en parallelschakelingen.
Een stroomkring bouwen op basis van een schematische tekening.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PHET simulatie
In het programma PHET kun je allerlei stroomkringen maken en daar ook aan meten (vanaf blz. 40, H5.3 en verder)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw je eigen stroomkring online met:
  • Een batterij, schakelaar, lampje, én een stroommeter in serie.
  • Plaats de voltmeter (parallel) over de lampje en kijk goed naar de spanning. 
  • Bouw een extra lampje ertussen en kijk wat er gebeurt met de spanning en stroomsterkte.

  • Bouw de schakeling nu om naar een parallelschakeling, waarbij de lampjes parallel staan van elkaar. (soort van naast elkaar)
  • Bouw naast elk lampje een schakelaar (in serie)
  • Bepaal de spanning over beide lampjes 
  • Kijk wat er gebeurt als je een van de schakelingen open zet (bouw er dus een schakeling tussen)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weerstand
  • Hoe meer weerstand, hoe moeilijker de stroom er doorheen gaat.
  • Een geleider heeft weinig weerstand.
  • Alle metalen geleiden de elektriciteit niet even goed. Als een metaal de elektrische stroom slecht geleidt, dan heeft dat metaal een grote(re) weerstand. (Stroom wordt meer tegengehouden)
  • Een isolator heeft veel weerstand.
  • Weerstand bereken je met wet van Ohm.
R=IU

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weerstand 
Een apparaat levert weerstand.
Des te groter de weerstand, des te kleiner de stroomsterkte wordt.

grootheid
symbool
eenheid
symbool
weerstand
R
ohm
spanning
U
volt
V
stroomsterkte
I
ampère
A
vermogen
P
watt
W

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Ik kan het verbruik van elektrische energie in huis berekenen en de uitkomst weergeven in kWh of MJ.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energieverbruik
Of in een formule:
E  =  P  x  t
(Elektrisch verbruik=vermogen x tijd)


Als de gloeilamp 3 uur lang aanstaat;
75 Watt x 3 uur = 225 Wh
225 Wh = 0,225 kWh

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektrische energie (E =P x t)

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektrische energie 
Berekenen van het vermogen

Formule:     
Gegevens:   
Berekening: 
Een wasmachine heeft een was gedraaid in 2 uur.
De wasmachine heeft in deze tijd een elektrisch
verbruik van 6 kWh.
Bereken het vermogen van de wasmachine

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektrische energie 
Berekenen van het vermogen

Formule:     (E = P x t)       P = E / t
Gegevens:   E= 6 kWh =
                    T= 2 uur
Berekening: P = 6 / 2 = 3 kW
Een wasmachine heeft een was gedraaid in 2 uur.
De wasmachine heeft in deze tijd een elektrisch
verbruik van 6 kWh.
Bereken het vermogen van de wasmachine

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Smeltveiligheid
In meterkasten zit in elke groep een zekering. In oude meterkasten is dit vaak een smeltveiligheid. In de smeltveiligheid zit een draadje: de smeltdraad. Alle stroom van de groep gaat door dit draadje. Bij overbelasting of kortsluiting wordt het draadje zo warm dat het smelt. De stroomkring wordt onderbroken. De spanning op de groep is uitgeschakeld.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(Groeps)zekering
Voor elke groep is er een aparte zekering. Deze schakelt automatisch de groep uit bij kortsluiting of overbelasting.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Randaarde

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rand aarde
  • Een groen-gele draad.
  • Veiligheidsdraad die letterlijk gekoppeld staat met de aarde.
  • Zorgt ervoor dat als een apparaat van de buitenkant onder spanning staat, je niet geëlektrocuteerd wordt.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Randaarde
Randaarde bij een stekker en stopcontact.
Zonder randaarde                          Met randaarde

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zonder randaarde             met randaarde

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sensoren
Sensor
Onderdeel dat iets in de omgeving kan waarnemen en dit omzet in een spanning

  • lichtsensor
  • temperatuursensor
  • geluidsensor
  • druksensor


Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LDR
NTC
LDR
NTC

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LDR lichtsensor
  • De LDR is een weerstand die gevoelig is voor licht. 
  • Als op de LDR licht valt, neemt de weerstand toe. 
  • Als gevolg hiervan, loopt er geen stroom meer door de schakeling.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LDR
Hoe meer licht hoe lager de R hoe hoger de stroom.
Een LDR is een veelgebruikte lichtsensor. De letters LDR staan voor Light Dependent Resistor = lichtgevoelige weerstand.
Lichtsensor
 LDR weerstand

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NTC
De NTC is een weerstand die gevoelig is voor warmte, het is dus een temperatuursensor.

De NTC heeft een hoge weerstand als het koud is en een lage weerstand bij warmte.

Hoe warmer de NTC, hoe kleiner de weerstand, des te groter de stroomsterkte.


Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BIMETAAL

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions