4V - Periode 4 - PA4 H2 Les 6 - GSE (21 mei 2024)

Bienvenidos
Lessonup.app
(linkje staat bij je eerste les Spaans van dit schooljaar) 
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos
Lessonup.app
(linkje staat bij je eerste les Spaans van dit schooljaar) 

Slide 1 - Diapositive

Info: Objetivos (doelen)
Thematiek/Landenkennis: 
  • Je doet kennis op over de geschiedenis, eetcultuur, gewoontes en feesten in het Spaanse taalgebied, en je leert hierover communiceren in het Spaans.
Lees/Luistervaardigheid: 
  • Je oefent met het luisteren naar en begrijpen van teksten over gevarieerde onderwerpen, in het bijzonder over Spaanse geschiedenis en gewoontes. 
Spreek- en gespreksvaardigheid 
  • Je leert presenteren en een gesprek voeren over de geschiedenis, eetcultuur, gewoontes en feesten in het Spaanse taalgebied. 
Grammatica/schrijfvaardigheid:  
  • Je leert een brief schrijven met adviezen voor de marketing van een product (vervolg van Hoofdstuk 1)
  • Je leert hoe je in goed Spaans kunt spreken/schrijven over het verleden, je leert hoe je aangeeft dat iets een gewoonte is, en je leert hoe je ‘se impersonal’ toepast (de lijdende vorm, vertaald met ‘worden’ of ‘men’). 

 

Hiernaast wordt geoefend met leesvaardigheid. 

Slide 2 - Diapositive

Programa
  1. WvdW, INFO, OBJETIVOS, DEBERES (5m)
  2. A4sptl1: Presentar sobre una persona histórica, en grupos (20m)
  3. Tiempos del pasado + canción 'Ahora tú' (20m)
  4. Luisteren naar een gesprek over eetgewoontes, oef 23-25 (20m)
  5. EL MISTERIO en las Alpujarras Cap. 3 (en casa)
  6. REFLEXIÓN y DEBERES (5m)


¿Qué fue la palabra de la semana?

Slide 3 - Diapositive

Woord van vorige week
regalar = cadeau doen, cadeau geven
Por el Día de la Madre mis hijos me regalaron flores muy bonitas.
Voor Moederdag hebben mijn kinderen me heel mooie bloemen gegeven.

Slide 4 - Diapositive

Woord van de week
cambiar = wisselen, veranderen
Si viajas a los Estados Unidos, tienes que cambiar euros por dólares. 
= Als je naar de VS reist, moet je euros wisselen voor dollars. 


Slide 5 - Diapositive

INFO over toetsen
Informatie over de toetsen staat bovenaan de studiewijzer. 
  • Werkt een link op magister niet? Dan ga je zelf naar de studiewijzer op teams.

Toetsen:
  • Tussentoets: 4 juni 2024, H1 en H2ABC, inclusief landenkennis
  • Toetsweek: Mondelinge eindtoets: presentatie in drietallen + vragen beantwoorden

Opdrachten:
  • brief aan H&M (= Subtarea D van hoofdstuk 1), uiterlijk 11 april inleveren, in tweetallen
  • boekje lezen, titel volgt




Slide 6 - Diapositive

INFO over H1 Subtarea D: brief aan H&M 
Niet ingeleverd (check d.d. 18 mei 2024)
A4sptl7: Nawaal Milan Lars Maartje Norah Belal
A4sptl1: Ninya, Siem, Jhelane, Joaz, Jesse, Simon, Julius, Max


Lees de instructie op p. 50.
Voor deze tarea heb je nodig: 
  • de gebiedende wijs 
  • de lenguateca
  • ideeën voor verkooptrucs, zie texto 5 (p.38) + texto 6 (p. 46)



Slide 7 - Diapositive

Los deberes fueron:
Aprender: 
  • Vocab. C, N-S (p.104-105) 
  • Grammatica D (p.98)   -> próxima página

Hacer:  
  • afmaken oefeningen 19-22, oef 48ab -> nakijken met antwoordblad 
  • Leesboekje Misterio en las Alpujarras Hoofdstuk 2 + maak de opdrachten achterin het boekje -> zelfstandig bijhouden

Kijk het huiswerk na met het antwoordblad. Verbeter je fouten in rood. Bestudeer de stof zonodig opnieuw, zodat je leert van je fouten, en stel vragen.


Slide 8 - Diapositive

¿Cómo se dice...?
1. In Spanje wordt veel wijn gedronken.
2. Er worden sinaasappels geëxporteerd.

Slide 9 - Question ouverte

A4sptl1: presentar una persona histórica
  1. Habéis preparado una presentación.
  2. Vas a presentar o otro grupo.
  3. Hay que terminar la presentación con 1-2 preguntas sobre el contenido de la presentación.
  4. Después: cambia de papel.
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Opdracht: Drie verleden tijden herhaling
10 minutos en parejas, preparación
1. Deel een vel papier in 3 gelijke delen, maak 3 kolommen.
2. Schrijf de 3 verleden tijden bovenaan de kolommen en noteer ook in welke situaties je die gebruikt.
3. Schrijf de vervoegingen op. Neem als voorbeeld cantar, comer, escribir  of kies zelf andere regelmatige werkwoorden. (Atención, escribir heeft onregelmatig volt. dw.)
4. Overleg met je buurman/-vrouw en vraag zonodig je docent om feedback. 
5. Klaar? -> Canción en la próxima página

Slide 12 - Diapositive

Actividad de música / los pasados
15 minutos individual
  • Oyes la canción 'Ahora tú'  de la cantante Malú
  • Escribe en la columna correspondiente los pasados que oyes + traducción, ejemplo: llegaste = jij kwam aan
  • Controlar en base a (op basis van) la letra
  • La letra: Subrayar/apuntar 10 expresiones para recordar -> próxima página.



sin letra
con letra

Slide 13 - Diapositive

Nabespreken 'Ahora tú'

1. Las conjugaciones + traducciones (oral)

2. Expresiones/ palabras para recordar -> apúntalas en la próxima página (2 minutos).

3. Dar tu opinión -> próxima página.

Slide 14 - Diapositive

timer
2:00
Expresiones para recordar
+ traducción

Slide 15 - Carte mentale

Apunta 3-5 palabras para exprimir tu opinión o tus sentimientos sobre esta canción.

Slide 16 - Question ouverte

Luisterstrategieën


Voor het luisteren:


- algemene (voor)kennis: wat weet je al over het onderwerp?

- lees de vraag eerst door, dit helpt je al op weg

Slide 17 - Diapositive

Luisterstrategieën

Tijdens het luisteren:


- probeer niet alles te begrijpen.

- de belangrijkste informatie wordt meestal herhaald

- probeer het hoofdonderwerp te ontdekken

- probeer tijdens het luisteren sleutelwoorden te noteren door antwoord te geven op wie? wat? waar? waarom? 

 - luister naar signaalwoorden (al principio, pero, sin embargo, etc)

- luister naar de intonatie van de spreker

Slide 18 - Diapositive

Las costumbres alimenticias
  1. Oefening 23: Oriënteer je op de vragen + noteer Spaanse woorden die je verwacht tegen te komen (2 minuten) 
  2. Luister naar de fragmenten + maak oefening 23 en 24.
  3. Ga naar oefening 25. Bestudeer de instructie nauwkeurig en maak de oefening in tweetallen, 70 palabras (beide schrijven). 

-> comprobar ejercicio 23 (24-25)

timer
2:00
fragmento completo
fragmento 1
fragmento 2
fragmento 3

Slide 19 - Diapositive

Las respuestas

Slide 20 - Diapositive

Misterio en las Alpujarras
Wat zijn je ervaringen met het lezen van hoofdstuk 2?

->  Seguimos por capítulo 3.

Slide 21 - Diapositive

Deberes para la próxima clase
Estudiar: gram. B (hoofdstuk 2) 

Hacer:  
afmaken oef 23-25, 26, 27ab. Bij oefening 23 heb je de luisterfragmenten nodig, Deze staan in de lessonup van deze les. Of op CD1, fragment 17-20. 

Leesboekje Misterio en las Alpujarras Hoofdstuk 3 + maak de opdrachten achterin het boekje. 

Slide 22 - Diapositive

La historia -> presentar
Lenguateca B (p.72-73) + ficha + Subtarea B (p.74)

Grupos de 3-4 personas.
  • Selecciona una persona de la historia, diferente a los que figuran en el libro.
  • Haz una ficha (kaartje met persoonlijke gegevens) como en la página 73.
  • Estudia la lenguateca B (p.72-73).
  • Prepara un 'powerpoint' con palabras clave y fotos. 
  • Sigue las instrucciones de Subtarea B. Usa la Lenguateca B.
  • ¡Prepara 1-2 preguntas para el público!
-> Presentáis en clase + comparte tu presentación en 'Teams'




Guarda tus materiales, ya que los necesitas en la prueba final (toetsweek)

Slide 23 - Diapositive

El pasado

  1. Bestudeer grammatica C (p.79-80), zodanig dat je weet wanneer je de verschillende verleden tijden moet gebruiken.
  2. Leer ook de signaalwoorden S-N, dus zoek zonodig de vertalingen op.
  3. Maak oefening 26, 27ab
  4. Kijk je werk na. Fouten gemaakt? Bestudeer de stof opnieuw en stel vragen.
                             
¿Qué es: un pasado imborrable?

Slide 24 - Diapositive

Noteer minimaal 5 signaalwoorden met vertaling + welke verleden tijd erbij hoort

Slide 25 - Question ouverte

Woord van vorige week
conquistar = veroveren
Los Cristianos conquistaron la Alhambra en 1492.
De Christenen veroverden het Alhambra in 1492.


Slide 26 - Diapositive

Woord van vorige week
el gobierno = de regering
Parece muy difícil formar un nuevo gobierno. 
= Het lijkt heel moeilijk een nieuwe regering te vormen.


Slide 27 - Diapositive

Gramática: El 'se impersonal' (10m)
En España se bebe mucho vino.
In Spanje drinkt men veel wijn. / In Spanje wordt veel wijn gedronken.

Estudiar: GRAM. D (p.98)

Hacer: ejerc. 48abc (p.98-99)
-> Comprobar ej. 48a





Vino blanco
Vino tinto
timer
6:00

Slide 28 - Diapositive

Vocab B:
tijdens, gedurende

A
a lo largo de
B
pronto
C
en primer lugar
D
durante

Slide 29 - Quiz

VOCAB B:
verboden
A
casi
B
prohibido
C
cuidar
D
poderoso

Slide 30 - Quiz

Las respuestas
Ejercicio 13a
1.   369
2.  1158
3.   1492
4.  1577
5   1749
6   1833
7   1936
8   2015

Ejercicio 13b
A: vivieron
B: vivieron, 218 AC, 400 DC
A: empezó
B: llegaron, 711
A: terminó
B: terminó, 1492
A: pasó
B: descubrió
A: duró
B: duró, 3 años
A: llegó
B: llegó, 1939

Slide 31 - Diapositive

Las respuestas

Slide 32 - Diapositive

Gram: Los tiempos del pasado
GRAMMATICA: verleden tijden
  1. Bestudeer gramm. B (p.66-67) en herhaal/leer de rijtjes van de indefinido en mperfecto, zowel de regelmatige als de onregelmatige 
  2. Maak oefening 12c
  3. Klaar? Kies van 5 werkwoorden, regelmatige en onregelmatige, en oefen met verbuga.



Tip: 
Op de volgende slides staat extra uitleg over de imperfecto

Slide 33 - Diapositive

Noteer de imperfecto van het werkwoord 'vivir' (regelmatig) en van het werkwoord 'ver' (onregelmatig)

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Diapositive

Imperfecto

Slide 36 - Diapositive

Signaalwoorden imperfecto
Signaalwoorden imperfecto

Slide 37 - Diapositive

Imperfecto (regelmatig)

Slide 38 - Diapositive

Imperfecto irregular

Slide 39 - Diapositive

Indefinido

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Inleverwerk periode 3
GECHECKT op ...............



Slide 42 - Diapositive

¿Cuáles son los marcadores?
El imperfecto
El indefinido
ayer
anoche
hace 2 semanas
anteayer
la semana pasada
en 2019
antes
generalmente
todos los días
Cuando ... pequeño
..., porque ...

Slide 43 - Question de remorquage

timer
1:00
¿Cuándo se usa el indefinido y el imperfecto?
Indefinido
Imperfecto
reden van iets dat in het verleden is gebeurd
Opsomming van achtereenvolgende gebeurtenissen of handelingen
Beschrijving van iets of iemand uit het verleden
Het moment is afgerond, voorbij
handeling, actie, gebeurtenis op een bepaald moment in het verleden
Gewoontes of herhaalde gebeurtenissen

Slide 44 - Question de remorquage

Para recordar (= Om te onthouden)
No lo sé = 
Ik weet het niet.
Ya lo sé = Ik weet het al.
(ya = al)

Slide 45 - Diapositive

Woord van vorige week






-> Imagínate una cosa que has conseguido en tu vida.
-> Cuéntalo en español a tu vecino/a.
conseguir = verkrijgen, (be)halen, bereiken
¿Has tenido que entregar tu móvil? Puedes conseguirlo en la recepción.
Heb je je telefoon moeten inleveren? Je kunt hem bij de receptie halen. 

Slide 46 - Diapositive

Woord van vorige week
Woord van VORIGE week: 
acabar de + infinitivo
iets net gedaan hebben.
Acabo de comer mi bocadillo.
Woord van de week: 
recoger = ophalen.
¿Puedo recoger mis libros de mi casilla?

Slide 47 - Diapositive

Imperfecto

Slide 48 - Diapositive