Les 3 hygiëne

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GezondheidsleerMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage


Kletspraat
Wat is jouw beste eigenschap?

Slide 3 - Question ouverte

Welke bewering(en) zijn waar?
1. Reinigen is hetzelfde als schoonmaken.
2. Ontsmetten is hetzelfde als desinfecteren.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 4 - Quiz

Memory
Virussen
Parasieten
Schimmels
Bacteriën
Voortplanting in de cellen van dieren
Voortplanting in of op het lichaam
Voortplanting door deling
Voortplanting door sporen

Slide 5 - Question de remorquage

Welke bewering(en) zijn waar?
1. Virusinfecties kunnen behandeld worden met antibiotica.
2. Zoönosen zijn infectieziekten die overdraagbaar zijn van dieren op mensen (en andersom).
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 6 - Quiz

Je moet op school dieren gaan verzorgen. Hoe zorg je voor een goede persoonlijke hygiëne?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Leg uit wat het verschil is tussen reinigen en desinfecteren.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Welke bewering(en) zijn waar?
1. Als je met een hooivork een stal uitmest, ben je mechanisch aan het reinigen.
2. Als je met heet water een verblijf schoonmaakt, ben je thermisch aan het reinigen.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Welke bewering(en) zijn waar?
1. Als je urine wil verwijderen, moet je een basisch reinigingsmiddel gebruiken.
2. Als je bloed wil verwijderen, moet je een zuur reinigingsmiddel gebruiken.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Je moet een dierverblijf schoonmaken en ontsmetten. Beschrijf in stappen hoe je dit gaat doen.

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Welke bewering(en) zijn waar?
1. Desinfecteren is hetzelfde als steriliseren.
2. Desinfecteren is hetzelfde als ontsmetten.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Welke bewering(en) zijn waar?
1. Je kan ontsmetten zonder dat je eerst gereinigd hebt.
2. Alle soorten ontsmettingsmiddelen werken tegen alle soorten ziekteverwekkers.

A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Welke bewering(en) zijn waar?
1. Alcohol mag gebruikt worden om wonden mee te ontsmetten.
1. Chloorverbindingen mogen gebruikt worden om wonden mee te ontsmetten.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 33 - Quiz

Hoe voel jij je na deze les?
A
B
C
D

Slide 34 - Quiz