5.2 - Oefenles

Dag R3A! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dag R3A! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!

Slide 1 - Diapositive

Dag R3B! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 5.2 - Oefenles 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

SPECTRUM

Slide 5 - Diapositive

  • infra letterlijk  = voor het rood
  • infrarood (IR) wordt ook warmtestraling genoemd
  • IR lamp zendt een beetje  rood licht uit

Slide 6 - Diapositive

  • ultra letterlijk: voorbij violet
  • ultra violet (UV) lamp zendt een beetje violet licht uit
  • blacklight

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Ultraviolet
  • Voorbij het violet
  • Straling van de zon
-> fluoresceren = stoffen laten oplichten door UV!


  • Te veel UV-straling is slecht voor je -> (zwak) ioniserende straling
  • -> Zonnebrand

Slide 9 - Diapositive

QUIZ TIME

Slide 10 - Diapositive

Een stuk glas of plastic waarmee je het spectrum kan laten zien heet
A
Een plectrum
B
Een spectrum
C
Een prisma
D
Een driehoek

Slide 11 - Quiz

Welk soort licht is warmtestraling?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
wit licht

Slide 12 - Quiz

Van welke straling word je bruin van?
A
Infrarode straling
B
UV straling
C
UV + infrarode straling
D
zichtbaar licht

Slide 13 - Quiz

Welke kleur licht laat een stukje blauw glas door?
A
alle kleuren
B
alle kleuren behalve blauw
C
alleen blauw
D
geen kleuren

Slide 14 - Quiz

Welke straling voel je als warmte?
A
Infrarode straling
B
UV straling
C
UV + Infrarode straling
D
Zichtbaar licht

Slide 15 - Quiz

UV straling komt voor in?
A
Broedkasten
B
Nachtkijker
C
Zonnebank
D
Gloeilamp

Slide 16 - Quiz

Onbeschermd zonnen met een lichte huid kan ongeveer 10 minuten.
Hoe lang kun je dan veilig zonnen met beschermingsfactor 30?
A
de hele dag
B
250 minuten
C
10 minuten
D
300 minuten

Slide 17 - Quiz

TekstMet een prisma maak je een spectrum van wit licht. Welke kleuren komen in dit spectrum voor (op volgorde)?
rood 
oranje 
geel
groen
blauw 
indigo 
violet

Slide 18 - Question de remorquage

Voorwerpen kaatsten alleen     ……..1…………     van hun kleur terug.
Een groen blad kaatst de       …..2………….    kleur terug.’
Je ziet dat het blad      …..3……….          is
Het blad neemt alle andere      …….4……………    op.
Dat heet ..…5………………..
Vul in de onderstaande tekst de ontbrekende woorden in door de gele woorden er naar toe te slepen
groen
absorberen
kleuren
groene
licht (stralen)
rood
weerkaatsen
rode
vormen
verkeerde

Slide 19 - Question de remorquage

Plaats de lampen zo dat er geen kern schaduw ontstaan onder de tafel.

Slide 20 - Question de remorquage

Welke kleuren licht zie je in de regenboog?
Wel
Niet
Rood
Blauw
Wit
Paars
Bruin
Zwart
Groen
Geel

Slide 21 - Question de remorquage

Reflecterende weerkaatsing of diffuse weerkaatsing?
Reflecterend
Diffuus

Slide 22 - Question de remorquage

Plaats de lampen zo dat er geen kern schaduw ontstaan onder de tafel.

Slide 23 - Question de remorquage

Je hebt een wit t-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen groen licht is?
A
wit T-shirt met groene letters
B
groen T-shirt met zwarte letters
C
hele T-shirt is groen
D
wit T-shirt met zwarte letters

Slide 24 - Quiz

Angel heeft een blauw T-shirt aan met een witte smiley.
Met welke kleur licht moet je op het shirt schijnen, zodat je de smiley niet ziet?
A
blauw
B
rood
C
groen
D
wit

Slide 25 - Quiz

Er schijnt een rode lamp op een blauw t-shirt. Wat voor kleur heeft het t-shirt?
A
Rood
B
Blauw
C
Zwart
D
Wit

Slide 26 - Quiz

Blauw licht schijnt op de Nederlandse vlag. Hoe zien wij de kleuren?
A
zwart, wit, blauw
B
rood, wit blauw
C
rood, blauw, blauw
D
zwart, blauw, blauw

Slide 27 - Quiz

welke tekening geeft de spiegelwet juist weer?
A
.
B
.
C
.
D
.

Slide 28 - Quiz

Waar is de schaduw het donkerst
A
Tussen B en C
B
Tussen A en B
C
Tussen C en D
D
Tussen B en D

Slide 29 - Quiz

Hiernaast zie je een plaatje. Hoe heet dit plaatje. Vul het woord in met een hoofdletter

Slide 30 - Question ouverte

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak opdracht: H5.2- 1 t/m 5 + 7
Hoe? De eerste 10 minuten is individueel in stilte werken. Na deze tijd mag je fluisterend met je buurman of buurvrouw overleggen.
Hoe lang? Tot het einde van de les
Klaar? Maak de volgende opdrachten online:
 Maak opdracht 9 t/m 12

Slide 31 - Diapositive