Les 1. Introductie voeding

Welkom bij dier klas 2 les 1
Wanneer de timer op 0:00 staat dan. 
- Zit je op je plek 
- Heb je, je profielmap op tafel 
- Is je pet af 
- Zit je telefoon in je tas 
- Dan ben je ingelogd in Lesson up 
- Ben je stil en kan ik beginnen met de les. 

Leerdoel 
  1. Je kunt minimaal 15 dieren van dierhouderij opnoemen.
  2. Je kunt van minimaal 10 dieren beschrijven wat voor voeding zij krijgen.
  3. Je kunt uitleggen wat gespecialiseerde voer is. 
  4. Je kunt vertellen in welk beroep je vragen over voeding kunt krijgen.
Planning: 
- Introductie hoofdstuk voer 
- Leerdoelen deze les bespreken 
- Opdrachten maken theorie 
- Praktijk opdracht maken 
- Evaluatie opdracht maken 


timer
3:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
DierverzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij dier klas 2 les 1
Wanneer de timer op 0:00 staat dan. 
- Zit je op je plek 
- Heb je, je profielmap op tafel 
- Is je pet af 
- Zit je telefoon in je tas 
- Dan ben je ingelogd in Lesson up 
- Ben je stil en kan ik beginnen met de les. 

Leerdoel 
  1. Je kunt minimaal 15 dieren van dierhouderij opnoemen.
  2. Je kunt van minimaal 10 dieren beschrijven wat voor voeding zij krijgen.
  3. Je kunt uitleggen wat gespecialiseerde voer is. 
  4. Je kunt vertellen in welk beroep je vragen over voeding kunt krijgen.
Planning: 
- Introductie hoofdstuk voer 
- Leerdoelen deze les bespreken 
- Opdrachten maken theorie 
- Praktijk opdracht maken 
- Evaluatie opdracht maken 


timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  • Uitleg voeding 
  • Leerdoelen deze les bespreken
  • Hanteren 
  • Voeren  
  •  
  • Les nabespreken 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt minimaal 15 dieren van dierhouderij opnoemen.
  • Je kunt van minimaal 10 dieren beschrijven wat voor voeding zij krijgen.
  • Je kunt uitleggen wat gespecialiseerde voer is. 
  • Je kunt vertellen in welk beroep je vragen over voeding kunt krijgen. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij al van dierenvoeding?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
Als je een dier verkeerd voert, kan hij daar niet ziek van worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
Als je niet het juiste hoeveelheid voer geeft, wordt het dier te dik of te dun.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gespecialiseerd voer
Gespecialiseerd voer = voer dat speciaal voor een bepaald dier gemaakt wordt. In dat speciale voer zit dan ook alles wat het dier nodig heeft. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij thuis een huisdier? Zo ja, welke?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Krijg jou huisdier gespecialiseerd voer?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Knaagdierenmix
Hondenbrokken
Insecten voor reptielen
Geitenbrokken

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3 Soorten eters
Herbivoor                 Omnivoor                  Carnivoor

Slide 12 - Diapositive

langer darmkanaal nodig om planten te verteren
Carnivoren
  • Eten vlees van andere dieren.
  • In vlees zit heel veel energie en voedingstoffen. Daarom hoeft het minder te eten dan herbivoren. 
  • De darmen van deze dieren zijn korter dan de dieren die planten eten
  • Vlees is makkelijker te verteren -> geen ruwe celstof
  • Carnivoren voer je vaak een of twee keer
    per dag met brokken of vlees. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omnivoor
  • Omnivoor is een dier dat planten en vlees eet.
  • Voordeel is dat het dier veel soorten dingen kan vinden om te eten. 
  • Ogen niet helemaal naar voor en niet 
    helemaal naar zijkant. Meer vlees eten 
    --> ogen meer naar voren gericht. 
  • Langere darm dan vleeseter, kortere 
    darm dan planteneter. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herbivoor
  • Een herbivoor is een planteneter
  • Herbivoren zijn meestal prooidieren en hebben hun 
    ogen aan de zijkant zitten. 
  • Planten hebben weinig voedingstoffen --> duurt lang om 
    te verteren en celwanden zijn taai!
  • Ze moeten dus veel en lang eten. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planteneter
Alleseter

Vleeseter

Herbivoor
Carnivoor
Omnivoor

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke diersoort is nog meer een omnivoor?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wie is dit het maagdarmstelsel?
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wie is dit maagdarmstelsel?
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
- Oefenen voer herkennen
- Praktijk: Hanteren/ voeren 
.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan ...
  • 15 dieren van dierhouderij opnoemen.  
  • van 10 dieren beschrijven wat voor voeding zij krijgen. 
  • uitleggen wat gespecialiseerd voer is. 
  • vertellen in welk beroep je vragen over voeding kunt krijgen
  • Verschil tussen Carnivore, Omnivore, herbivore 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions