Les 1. Introductie voeding

Wat weet jij al van dierenvoeding?
1 / 17
suivant
Slide 1: Carte mentale
DierverzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat weet jij al van dierenvoeding?

Slide 1 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
Als je een dier verkeerd voert, kan hij daar niet ziek van worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
Als je niet het juiste hoeveelheid voer geeft, wordt het dier te dik of te dun.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gespecialiseerd voer
Gespecialiseerd voer = voer dat speciaal voor een bepaald dier gemaakt wordt. In dat speciale voer zit dan ook alles wat het dier nodig heeft. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij thuis een huisdier? Zo ja, welke?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Krijg jou huisdier gespecialiseerd voer?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Knaagdierenmix
Hondenbrokken
Insecten voor reptielen
Geitenbrokken

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3 Soorten eters
Herbivoor                 Omnivoor                  Carnivoor

Slide 9 - Diapositive

langer darmkanaal nodig om planten te verteren
Carnivoren
  • Eten vlees van andere dieren.
  • In vlees zit heel veel energie en voedingstoffen. Daarom hoeft het minder te eten dan herbivoren. 
  • De darmen van deze dieren zijn korter dan de dieren die planten eten
  • Vlees is makkelijker te verteren -> geen ruwe celstof
  • Carnivoren voer je vaak een of twee keer
    per dag met brokken of vlees. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omnivoor
  • Omnivoor is een dier dat planten en vlees eet.
  • Voordeel is dat het dier veel soorten dingen kan vinden om te eten. 
  • Ogen niet helemaal naar voor en niet 
    helemaal naar zijkant. Meer vlees eten 
    --> ogen meer naar voren gericht. 
  • Langere darm dan vleeseter, kortere 
    darm dan planteneter. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herbivoor
  • Een herbivoor is een planteneter
  • Herbivoren zijn meestal prooidieren en hebben hun 
    ogen aan de zijkant zitten. 
  • Planten hebben weinig voedingstoffen --> duurt lang om 
    te verteren en celwanden zijn taai!
  • Ze moeten dus veel en lang eten. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planteneter
Alleseter

Vleeseter

Herbivoor
Carnivoor
Omnivoor

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke diersoort is nog meer een omnivoor?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wie is dit het maagdarmstelsel?
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van wie is dit maagdarmstelsel?
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions