H4.2: De Industriële Samenleving les 2

H4.2: De industriële samenleving - les 2
  
Hoofdvraag: Hoe veranderde het leven van mensen door de opkomst van de industrie?
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

H4.2: De industriële samenleving - les 2
  
Hoofdvraag: Hoe veranderde het leven van mensen door de opkomst van de industrie?

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Terugblik kort
Lezen blz. 27 - klassenmaatschappij en samenvatten
Maken H4.2 opdr. 7 t/m 9
Uitleg en aantekeningen
filmpje+vragen
Afsluiting: wat geleerd?



Slide 2 - Diapositive

Eerst even terugblikken...
- halve minuut stilte, bedenk voor jezelf wat het belangrijkste is dat je geleerd hebt gister. 

Slide 3 - Diapositive

Leefomstandigheden arbeiders



  • Kleine en slechte woningen
  • Veel gezinsleden
  • Slecht voedsel
  • Slechte hygiëne zorgt voor ziektes als cholera en TBC

Slide 4 - Diapositive

Leefomstandigheden



  • Hoge kindersterfte 
  • Slechte hygiëne zorgt voor ziektes als cholera en TBC.

  • Drankmisbruik

Slide 5 - Diapositive

We kijken nu een stukje film en maken 2 vragen in jullie schrift.

Slide 6 - Diapositive

Videofragment Daens
Opdracht:
Hierop moet je letten tijdens de video:

1. Beschrijf de omstandigheden waarin men leefde.
2. Welke rol speelt geloof in het leven? Leg uit waarom

- Schrijf de antwoorden in de volgende slide!




Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Hoe waren de leefomstandigheden? Geef voorbeelden.

Slide 9 - Carte mentale

1. Beschrijf de omstandigheden waarin men leefde.
2. Welke rol speelt geloof in het leven? Leg uit waarom

Slide 10 - Question ouverte

Aan de slag! 

- Lees par 4.2 blz. 27: 'de klassenmaatschappij' en maak hiervan een mindmap of een samenvatting in jouw schrift. 

Klaar? Maak de examenvraag op de volgende slide.


Slide 11 - Diapositive

EXAMENVRAAG: 
Vanaf 1870 kwamen er in Nederland steeds meer fabrieken. In deze fabrieken gingen veel kinderen werken.
Geef één argument van een voorstander en één argument van een tegenstander van kinderarbeid in fabrieken.
Doe het zo:
voorstander: ... (geef één argument) 
tegenstander: ... (geef één argument)
Tegenstanders
Het werk in fabrieken is ongezond/riskant/vermoeiend voor kinderen. Kinderarbeid zou niet nodig moeten zijn om het inkomen van volwassenen aan te vullen. Kinderen hebben recht op onderwijs. De werktijden zijn te lang.
Voorstanders
Kinderen zijn goedkope arbeidskrachten. Kinderen kunnen het geringe gezinsinkomen aanvullen / het gezin lijdt minder armoede. Kinderen kunnen het fijne handwerk verrichten dat door volwassenen niet gedaan kan worden. Het is gezond om op jonge leeftijd lichamelijke arbeid te verrichten.
kinderarbeid

Slide 12 - Diapositive

Vind je het nog lastig?
Kijk onderstaande filmpjes.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

huiswerk:

- Memo H4.2 opdr. 7 t/m 9
Succes!!

Slide 16 - Diapositive