4.2 De industriële samenleving

4.2 De industriële samenleving 
  • Je kunt uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders waren.
  • Je kunt uitleggen wat een klassenmaatschappij is en hoe die verschilde van een standensamenleving.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.2 De industriële samenleving 
  • Je kunt uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders waren.
  • Je kunt uitleggen wat een klassenmaatschappij is en hoe die verschilde van een standensamenleving.

Slide 1 - Diapositive

Videofragment Daens
Hierop moet je letten tijdens de video:

In welke omstandigheden werkt men.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Werkomstandigheden
  • Saai en/of gevaarlijk werk
  • Lange dagen (14 uren)
  • Lage lonen
  • Geen rechten

Slide 4 - Diapositive

Videofragment Daens
Hierop moet je letten tijdens de video:

In welke omstandigheden leefde men.
Speelt geloof een belangrijke rol in het leven?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Leefomstandigheden



  • Kleine en slechte woningen onder de schoorstenen van de fabrieken
  • Veel gezinsleden
  • Slecht voedsel
  • Slechte hygiëne zorgt voor ziektes als cholera en TBC

Slide 7 - Diapositive

Leefomstandigheden



  • Hoge kindersterfte (arbeidersvrouwen gaven geen borstvoeding).
  • Slechte hygiëne zorgt voor ziektes als cholera en TBC.

  • Drankmisbruik

Slide 8 - Diapositive

De klassenmaatschappij
  • Door het kapitalisme veranderde de samenleving.
  • De standensamenleving verdween: geestelijken en adel waren niet meer zo belangrijk. 

Slide 9 - Diapositive

Klassenmaatschappij

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag! 
Maak opdr 1 t/m 12 van par 4.2
Indien je moeite hebt met de uitleg: Lees par 4.2
in stukjes (per subtitel) en vat in eigen woorden
samen.
Leer par 4.2
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

toetsvraag
Gebruik bron 1
Een historicus gebruikt deze bron om aan te tonen dat de
Industriële Revolutie naast economische veranderingen ook sociale veranderingen tot gevolg heeft.
Ondersteun deze conclusie door, telkens met een voorbeeld uit de bron:
--> een economische verandering van de Industriële Revolutie te noemen die uit deze bron blijkt en
--> een sociale verandering door de Industriële Revolutie te noemen die uit deze bron blijkt.

Slide 12 - Diapositive

EXAMENVRAAG
Vanaf 1870 kwamen er in Nederland steeds meer fabrieken. In deze fabrieken gingen veel kinderen werken.
Geef één argument van een voorstander en één argument van een tegenstander van kinderarbeid in fabrieken.
Doe het zo:
voorstander: ... (geef één argument) 
tegenstander: ... (geef één argument)
Tegenstanders
Het werk in fabrieken is ongezond/riskant/vermoeiend voor kinderen. Kinderarbeid zou niet nodig moeten zijn om het inkomen van volwassenen aan te vullen. Kinderen hebben recht op onderwijs. De werktijden zijn te lang.
Voorstanders
Kinderen zijn goedkope arbeidskrachten. Kinderen kunnen het geringe gezinsinkomen aanvullen / het gezin lijdt minder armoede. Kinderen kunnen het fijne handwerk verrichten dat door volwassenen niet gedaan kan worden. Het is gezond om op jonge leeftijd lichamelijke arbeid te verrichten.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo