Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Taak 5 Merken
Slide 1 - Diapositive
MERKENBELEID
Alle artikelen in het assortiment hebben een merk. Dit kan een bekend merk zijn zoals Coca Cola maar ook een onbekend merk of huismerk van de winkel.
2 soorten merken:
- fabrikantenmerken (retailer heeft niks over naam te zeggen)
- huismerken
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
A- merk
A-merken = heel bekend bij alle consumenten. Prijs ligt vaak hoger omdat de klant denken dat A-merken betere kwaliteit hebben dan B-merken.
Slide 4 - Diapositive
B- merk
B-merken = wat goedkoper en minder bekend dan een A-merk. Kwaliteit is vaak net zo goed of bijna even goed als die van een A-merk.
Slide 5 - Diapositive
C- Merk
C-merken = helemaal niet bekend. Consumenten kopen omdat ze weinig geld willen uitgeven. De kwaliteit ligt vaak lager dan bij A- of B- merken.
Slide 6 - Diapositive
Fabrieksmerk
Is de naam van de fabrikant die het maakt.
Zijn vaak hele bekende namen.
Slide 7 - Diapositive
Huismerken
Een huismerk (ook wel winkelmerken genoemd) is het eigen merk van een winkel. De kwaliteit van een huismerk is vaak bijna net zo goed als die van een A-merk.
Prijs ligt wel lager dan een A-merk.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Soorten merken
A-merken: Bekent, duur, goede kwaliteit en worden veel gekocht en verkocht in veel winkels. Bijvoorbeeld Coca Cola
B-merken: Minder bekent, iets goedkoper, in minder winkels te koop maar kwaliteit vrij goed.
C-merken: Zijn heel onbekende merken. heel goedkoop en de kwaliteit is ook vaak lager dan die van de a en b merken
Fabrieksmerken : de naam van een beplaade fabrikant die het product maakt. bijvoorbeeld nikon, philips.
Huismerken: Zijn goedkoper dan het B-merk. Hebben de naam van de winkel waar de producten worden verkocht. Bijvoorbeeld AH huismerk of van Jumbo.
La durée de la leçon est: 60 min
