H12 Eten

H12 Dieren en planten
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

H12 Dieren en planten

Slide 1 - Diapositive

12.1 Eten
Leerdoelen:
Je kunt aan het gebit en darmen van zoogdieren zien wat ze eten.
Je kunt beschrjven hoe planten aan voedsel komen.
Je kunt uitleggen hoe planten en dieren voorkomen dat ze gegeten worden

Slide 2 - Diapositive

Hoe kauwen dieren?
* Planteneters bijv. koeien. Celwanden van planten kapot maken met plooikiezen
* Vleeseters bijv. honden en katten. Vlees heeft geen celwanden. Kapot maken met knipkiezen.
*Alleseters bijv. mensen en varkens. eten alles met knobbelkiezen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Waardoor zijn koeien dikker dan katten?
* Planteneters moeten meer moeite doen door de celwanden het voedsel te verteren, dus lang verteringsstelsel.
* Vleeseters eten vlees, vlees heeft geen celwand, is makkelijk te verteren, verteringsstelsel is kort.
*Alleseters eten dus planten en vlees en hebben een gemiddeld verteringsstelsel.

Slide 5 - Diapositive

Hoe eten planten?
Dit proces heet fotosynthese
De plant heeft water en koolstofdioxide en licht nodig en maakt hier glucose(suiker) en zuurstof van.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Hoe voorkomen organismen dat ze opgegeten worden?
Camouflage: sommige dieren nemen de kleur of vorm aan van de omgeving.
Mimicry: sommige dieren lijken op een gevaarlijk dier.

Planten maken soms gifitige stoffen, hebben scherpe stekels of bijvoorbeeld brandharen (brandnetel).

Slide 8 - Diapositive

Camouflage (bladstaartgekko)

Slide 9 - Diapositive

Camouflage

Slide 10 - Diapositive

Mimicry

Slide 11 - Diapositive

Mensen hebben plooikiezen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Plooikiezen horen bij:
A
Alles eters
B
Planteneters
C
Vleeseters

Slide 13 - Quiz

Waarom heeft een koe een LANG verteringsstelsel?
A
Het is een planteneter
B
Het is een vleeseter
C
Het is een alleseter

Slide 14 - Quiz

Vleeseters hebben een kort verteringsstelsel omdat ... ?
A
Ze minder eten
B
Vlees makkelijk te verteren is
C
Ze hebben scherpe tanden
D
Vlees is moeilijk te verteren

Slide 15 - Quiz

Wat is fotosynthese?
A
het maken van voedsel
B
het omzetten van water en koolstofdioxide
C
het omzetten van glucose en zuurstof
D
het omzetten van water + CO2 in glucose en O2

Slide 16 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in...
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
A
de bladgroenkorrels
B
cytoplasma
C
celkern
D
celmembraan

Slide 17 - Quiz

Fotosynthese kan plaatsvinden in...
A
Planten
B
Dieren
C
Bacteriën
D
Schimmels

Slide 18 - Quiz

Wat is mimicry?

Slide 19 - Question ouverte

12.2 Ademhalen
Leerdoelen:
* Je kunt beschrijven hoe insecten ademhalen.
* Je kunt beschrijven hoe vissen ademhalen.
* Je kunt uitleggen hoe planten ademhalen en zuurstof maken.

Slide 20 - Diapositive

Hoe ademt een insect?
Insecten hebben geen longen maar tracheeën. Dit zijn buizen door het hele lijf, zo kan zuurstof bij alle cellen komen.
Stigma is een gaatje bij het achterlijf via hier komt er lucht in de tracheeën.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Hoe haalt een vis zuurstof uit het water?
- kieuwen
- kieuwboog
- kieuwplaatjes

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Hoe komen planten aan zuurstof?
Fotosynthese!

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Lucht met zuurstof stroomt door buizen bij insecten. Deze buizen heten...
A
stomata
B
stigma's
C
aders
D
tracheeën

Slide 27 - Quiz

Vissen halen met hun kieuwen zuurstof uit ......?
A
water
B
voedsel
C
de lucht

Slide 28 - Quiz

Kieuwen worden beschermd door...?
A
kieuwplaatjes
B
kieuwdeksel
C
lamellen
D
kieuwholte

Slide 29 - Quiz