Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Dag 8
Woordenschat
Vandaag leer je (nieuwe) woorden bij het thema Overtuigen.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Basisschool
Groep 1
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
100 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat
Vandaag leer je (nieuwe) woorden bij het thema Overtuigen.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Diapositive
trainen
oefenen / herhalen
beter worden
zin:
Hij
traint
veel voor de voetbalwedstrijd.
zin:
We gaan iedere dinsdagavond
trainen,
omdat we graag willen verbeteren.
Slide 2 - Diapositive
uiteindelijk
iets gebeurt
het laatst
aan het einde
uitspraak dat laat horen: ongeduld/ opluchting.
zin:
Uiteindelijk
wonnen wij de wedstrijd!
zin:
Na een lange en moeilijke reis kwamen de jongeren
uiteindelijk
in Nederland aan.
Slide 3 - Diapositive
verbeteren
iets beter maken
ww:
hij verbetert, hij verbeterde, hij heeft verbeterd
Zin:
Ik moet van mijn docent mijn fouten in het huiswerk
verbeteren
.
Zin:
De sporter
verbeterde
zijn persoonlijke record met 5 seconden.
Slide 4 - Diapositive
verlopen
voorbijgaan
gebeuren
niet langer bruikbaar/geldig
zin:
De studentenkaart is
verlopen
.
zin:
Mijn paspoort is
verlopen
, nu kan ik niet meer naar Frankrijk reizen.
Slide 5 - Diapositive
het verschil
verschillend zijn= anders zijn/ niet hetzelfde zijn
Er is een verschil
tussen
/ het is verschillend
vergelijken: wat is er
anders tussen
jou en mij?
zin:
Jij en ik zijn verschillend.
zin:
Er is een
verschil
tussen de mobiele telefoons.
Slide 6 - Diapositive
Wat betekent:
uiteindelijk
A
als eerste
B
als laatste
C
als middelste
Slide 7 - Quiz
Wij ........... onze hersenen met de Nederlandse taal.
A
uiteindelijk
B
verlopen
C
trainen
D
verbeteren
Slide 8 - Quiz
Welke zin klopt?
A
Wij verbeteren ons Nederlands.
B
Wij trainen veel met het Nederlands praten op school.
C
Ik verbeteren mijn Nederlands.
D
Zij verbeterd haar Nederlands.
Slide 9 - Quiz
Wat betekent:
verbeteren
A
iets slechter maken
B
iets beter maken
C
iets hetzelfde laten
D
iets kapot maken
Slide 10 - Quiz
Waar zie je verschil?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 12 - Diapositive
Als ik mijn verhaal heb geschreven, moet ik van mijn docent de fouten ...............
Slide 13 - Question ouverte
Ik ben vergeten mijn paspoort te verlengen. Nu is het ................
Slide 14 - Question ouverte
Als ik iets wil ............... helpt het als ik veel ga ...............
Slide 15 - Question ouverte
Er is een groot ............. tussen jongens en meisjes.
Slide 16 - Question ouverte
.................... gaan alle leerlingen van deze school naar een andere school.
Slide 17 - Question ouverte
Zinnen maken
Het rad draait een naam.
Zie je jouw naam?
Dan maak je een zin met één van de woorden.
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Vrijdag 26 maart 2021
Juin 2021
- Leçon avec
25 diapositives
ANT2+
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
Dit is het recept voor... jou!
Juin 2021
- Leçon avec
28 diapositives
par
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+3
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
2x hetzelfde in een zin
Mai 2020
- Leçon avec
13 diapositives
par
Numo
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Numo
5BIOW NED Deeldomeinen van de taalkunde
Septembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
H3 taalkundig ontleden basistoets vooraf
Novembre 2020
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Taalcompleet A1 Thema 7
Avril 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Alfabetisering NT2
Beroepsopleiding
mail 4 gemaakte fouten
Janvier 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
mail 4 gemaakte fouten
Janvier 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4