1KGT H4 WS

H4 Woordenschat
Tegenstellingen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H4 Woordenschat
Tegenstellingen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag...

Leg je agenda, etui en flyer klaar.

* huiswerk opschrijven
* flyers bespreken
* werkwoordspelling
* H4 Woordenschat tegenstellingen
* oefenen
* huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Aandachtspunten
Het onderwerp van de flyer is makkelijk te vinden.
De belangrijkste 5w+h-vragen worden beantwoord.
De tekst op de flyer is kort en krachtig.
Op de flyer staan woorden of zinnen die mensen enthousiast maken.
De flyer valt op.
Belangrijke informatie staat in grote of vetgedrukte letters.
De tekst is verdeeld over de hele flyer.
Er zijn kleuren en passende afbeeldingen gebruikt.
Spelling, hoofdlettergebruik en interpunctie klopt.

Welke flyer voldoet het beste aan deze aandachtspunten? Plak daar je post-it bij.

Slide 3 - Diapositive

Werkwoordspelling - voltooid deelwoord

Wat is ook alweer een voltooid deelwoord?

Slide 4 - Diapositive

Een voltooid deelwoord vertelt je 
dat iets al gebeurd is.
Het is voltooid.
Een voltooid deelwoord heeft altijd een hulpwerkwoord bij zich:

Ik ga naar huis............................ik ben naar huis.............................
De man fietst...............................De man heeft.................................
Wij wandelen...............................Wij hebben......................................

Slide 5 - Diapositive


H4 - Woordenschat - tegenstellingen

Slide 6 - Diapositive

Ga op zoek naar een tegenstelling en maak er een foto van.
Je krijgt 7 minuten de tijd.

Slide 7 - Question ouverte

Woorden die elkaars tegenovergestelde zijn, noem je tegenstellingen.
Bijvoorbeeld: boven ↔ onder, hoog ↔ laag, veilig ↔ gevaarlijk.
Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms vinden doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. Bijvoorbeeld:
Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop.
Het woord prijzig is een tegenstelling van goedkoop. Prijzig betekent dus duur.
Aan de woorden maar, echter, toch, daarentegen kun je zien dat er een tegenstelling genoemd wordt. 


Slide 8 - Diapositive

Wat is de tegenstelling van
maximaal?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de tegenstelling van
vergroten?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de tegenstelling van
verdienen?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de tegenstelling van
permanent?

Slide 12 - Question ouverte

Door dik en dun...

Ken je nog meer uitdrukkingen met een tegenstelling?

Slide 13 - Diapositive

Ik weet wat een tegenstelling is
en ik weet aan welke woorden ik kan zien dat er een tegenstelling in de zin staat.
en ik kan bij alle woorden bedenken wat de tegenstelling daarvan is
en ik kan in een zin, de twee woorden aanwijzen die de tegenstelling zijn.

Slide 14 - Sondage

Huiswerk voor donderdag 17 februari

Bekijk het filmpje bij H4 Woordenschat - Een tegenstelling zoeken
Maak daarna de opdrachten.

Slide 15 - Diapositive