4 Een ww als bn (M4)
1 / 38
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
vallen
De _______ ster.
De _______ ster.
Slide 6 - Question ouverte
vallen
Het _______ kind.
Het _______ kind.
Slide 7 - Question ouverte
slachten
De _______ koe.
De _______ koe.
Slide 8 - Question ouverte
slachten
De _______ slager.
De _______ slager.
Slide 9 - Question ouverte
pakken
De _______ crimineel.
De _______ crimineel.
Slide 10 - Question ouverte
pakken
Het _______ slot.
Het _______ slot.
Slide 11 - Question ouverte
verhuizen
De _______ buren.
De _______ buren.
Slide 12 - Question ouverte
verhuizen
De _______ buren.
De _______ buren.
Slide 13 - Question ouverte
verblinden
De _______ automobilist.
De _______ automobilist.
Slide 14 - Question ouverte
verblinden
De _______ zon.
De _______ zon.
Slide 15 - Question ouverte
roven
De _______ kunstschatten.
De _______ kunstschatten.
Slide 16 - Question ouverte
roven
De _______ ridder.
De _______ ridder.
Slide 17 - Question ouverte
stelen
Het _______ schilderij.
Het _______ schilderij.
Slide 18 - Question ouverte
stelen
De _______ man.
De _______ man.
Slide 19 - Question ouverte
De _____ uitzendkrachten kwamen in opstand tegen hun werkgever.
A
uitgebuite
B
uitgebuiten
Slide 20 - Quiz
Het door brand _____ winkelcentrum wordt gesloopt.
A
verwoeste
B
verwoesten
Slide 21 - Quiz
Jan ____ de foto van zijn vriendin.
A
vergrootte
B
vergrote
Slide 22 - Quiz
Voor elke ____ euro krijg je een spaarzegel bij het tankstation.
A
besteedde
B
bestede
Slide 23 - Quiz
Zonet _____ Bart zijn vroegere basisschooljuf.
A
ontmoette
B
ontmoete
Slide 24 - Quiz
Een aantal ____ schepen mocht de haven niet verlaten van de douane.
A
bevrachte
B
bevrachten
Slide 25 - Quiz
Mayra kreeg van Eddie een ____ armband.
A
vergulde
B
verguldde
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Diapositive
Deze (kruiden) worst is erg lekker in pastagerechten.
Slide 28 - Question ouverte
Op school zijn alle (verdoven) middelen verboden.
Slide 29 - Question ouverte
Tijdens de ochtendspits liet een (haasten) reiziger zijn iPad in de trein liggen.
Slide 30 - Question ouverte
'Toilet' is een aan het Frans (ontlenen) woord.
Slide 31 - Question ouverte
De fotograaf heeft alle (overbelichten) foto's meteen gedeletet.
Slide 32 - Question ouverte
Wie was de eerst (kiezen) burgemeester?
Slide 33 - Question ouverte
Gaston overhandigde de cheque aan de (verbazen) winnaar.
Slide 34 - Question ouverte
Slide 35 - Diapositive
Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.
Slide 36 - Question ouverte
Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.
hebt begrepen.
