Betalen

Betalen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
HandelMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Betalen

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Giraal en chartaal geld
  • Afronden
  • Terugtellen
  • Geld bijvragen 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
  •  weet je het verschil tussen giraal en chartaal geld en kun je hier voorbeelden van noemen.
  • weet je hoe je bedragen moet afronden.
  • Kun je op de juiste manier geld aannemen en wisselgeld teruggeven.
  • Weet je hoe en waarom je geld moet bijvragen

Slide 3 - Diapositive

Chartaal en giraal geld

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is het verschil tussen chartaal geld en giraal geld?

Slide 6 - Question ouverte

Welke verschillende euromunten zijn er?

Slide 7 - Question ouverte

Welke verschillende eurobiljetten zijn er?

Slide 8 - Question ouverte

Welke verschillende manieren van giraal betalen ken je?

Slide 9 - Carte mentale

Wisselgeld teruggeven

Slide 10 - Diapositive

Afronden
In veel winkels worden €0,01 en €0,02 niet meer gebruikt en worden prijzen afgerond op 0 of 5 cent. Dit wordt dan aangegeven in de winkel.
Eindigt het bedrag op 1, 2, 8 of 9 cent, dan wordt het bedrag afgerond op 0.
Eindigt het bedrag op 3, 4, 6 of 7 cent, dan wordt het op 5 afgerond.

Slide 11 - Diapositive

Rond het bedrag €2,78 af (denk om het € teken)

Slide 12 - Question ouverte

Rond het bedrag €23,33 af

Slide 13 - Question ouverte

Rond het bedrag €1,84 af.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Terugtellen
BOOM

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

BOOM
Opdracht 28

Slide 18 - Diapositive

Zelf aan de slag
De klant moet €12,80 betalen en betaalt met een biljet van €20,-

Hoe geef je hem zijn wisselgeld terug?

Slide 19 - Diapositive

€12,80 met €0,20= €13,00 met €2,00=€15,00 en €5,00 is weer €20,00

Slide 20 - Diapositive

De klant moet €32,65 betalen en betaalt met een biljet van  €50,-

Hoe geef je hem zijn wisselgeld terug?

Slide 21 - Diapositive

€32,75 met €0,05 is €32,80, met €0,20 is €33,00 met €2,00 is €35,00 met €5,00 is €40 en €10 is weer €50,-

Slide 22 - Diapositive

De klant moet €8,30 betalen en betaalt met een biljet van   €50,-

Hoe geef je hem zijn wisselgeld terug?

Slide 23 - Diapositive

€8,30 + €0,20=€8,50+€0,50=€9,00+€1,00=€10+€20+€20= weer €50,-

Slide 24 - Diapositive

De klant moet €78,32 betalen en betaalt met een biljet van €100,-

Hoe geef je hem zijn wisselgeld terug?

Slide 25 - Diapositive

€78,30 + €0,20=€78,50+€0,50=€79,00+€1,00=€80+€20 is weer €100

Slide 26 - Diapositive

Geld bijvragen
BOOM

Slide 27 - Diapositive

De klant moet €12,00 betalen en betaalt met een biljet van   €20,-

Hoe geef je hem zijn wisselgeld terug?

Slide 28 - Diapositive

Heeft u er €2,00 bij? Dan krijgt u €10 wisselgeld van mij

Slide 29 - Diapositive

De klant moet €6,00 betalen en betaalt met een biljet van     €10,-

Hoe geef je hem zijn wisselgeld terug?

Slide 30 - Diapositive

Heeft u er €1,00 bij? Dan krijgt u €5,00 weer terug.

Slide 31 - Diapositive

Leerdoelen?

Slide 32 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
  •  weet je het verschil tussen giraal en chartaal geld en kun je hier voorbeelden van noemen.
  • weet je hoe je bedragen moet afronden.
  • Kun je op de juiste manier geld aannemen en wisselgeld teruggeven.
  • Weet je hoe en waarom je geld moet bijvragen

Slide 33 - Diapositive