Schrijven Studiemeter

Schrijven Studiemeter
Nederlands 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Schrijven Studiemeter
Nederlands 

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
schrijfdoel
toon
voorkennis doelgroep

Slide 2 - Diapositive

Welke schrijfdoelen
ken je al?

Slide 3 - Carte mentale

Informeren
Als je schrijfdoel informeren is, breng je informatie over aan de lezer. Je geeft hierbij enkel feiten en niet je eigen mening.

Slide 4 - Diapositive

Instrueren
Als je schrijfdoel instrueren is, wil je dat de lezer aan de hand van jouw instructies weet hoe hij iets moet doen of gebruiken. Je geeft uitleg in stappen en je spreekt de lezer aan: met jij/u of in de gebiedende wijs.

Slide 5 - Diapositive

Overtuigen
Als je schrijfdoel overtuigen is, wil je dat de lezer het met je eens is of je wilt dat de lezer iets gaat doen. Voor je gaat schrijven neem je een standpunt in en bedenk je argumenten om je standpunt te onderbouwen.

Slide 6 - Diapositive

Een tekst over online dating.
Een stappenplan hoe je een app moet gebruiken. 
Overtuigende tekst
Informerende tekst
Instruerende tekst 
Een bericht op Facebook om je vrienden een petitie te laten tekenen tegen de komst van een windmolen. 

Slide 7 - Question de remorquage

Je stuurt een appje naar je vriend/vriendin over een vreselijke date.

Slide 8 - Question ouverte

Je vraagt de examencommissie om een uitzondering te maken voor je examen, omdat je moet afrijden en al betaald hebt.

Slide 9 - Question ouverte

Toon
Als je een tekst gaat schrijven, denk je van tevoren niet alleen na over je schrijfdoel, maar ook over de doelgroep waarvoor je de tekst schrijft. Voordat je begint met schrijven bepaal je of je toon formeel of informeel moet zijn.

Je toon is formeel als je schrijft over zakelijke dingen. Je spreekt de lezer aan met u en je bent beleefd. Je toon is informeel als je schrijft over persoonlijke dingen. Je mag de lezer met je aanspreken en je bent wat vrijer in je taalgebruik.

Slide 10 - Diapositive

Voorkennis doelgroep
Je houdt ook rekening met je doelgroep door stil te staan bij de voorkennis die je doelgroep over het onderwerp van de tekst heeft. Voorkennis is kennis die iemand al heeft over een onderwerp. Als de doelgroep weinig voorkennis heeft over het onderwerp moet je voldoende uitleg geven en je woordgebruik aanpassen aan je doelgroep. Woorden die alleen binnen het onderwerp worden gebruikt, zoals vaktermen, vermijd je of leg je uit.

Slide 11 - Diapositive

Zelf maken
Studiemeter - Starttaal
2F - 3F  Thema 1 H5 Schrijven

Slide 12 - Diapositive