Nederlands BBL les 1 schrijfdoelen

Schrijven les 1
Schrijfdoelen en afstemmen op doelgroep. 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Schrijven les 1
Schrijfdoelen en afstemmen op doelgroep. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Schrijfdoelen
 Als je schrijft, wil je bij de lezer iets met je tekst bereiken. Het doel dat je wilt bereiken is het schrijfdoel. De vaakst voorkomende schrijfdoelen zijn:
1. Informeren
2. Instrueren
3. Overtuigen

Slide 3 - Diapositive

Informatieve tekst
- Je geeft de lezen informatie over een bepaald onderwerp
- Je geeft alleen feiten
- Je mening laat je achterwege
- De mening van een ander mag er wel in als je erbij zet van wie hij is
Voorbeeld: nieuwsbericht, brief van school, leerboeken


Slide 4 - Diapositive

Instrueren 
- Je legt de lezer stapsgewijs uit hoe hij iets moet doen of gebruiken
- Je kunt de volgende signaalwoorden gebruiken: 'eerst', 'daarna' en 'vervolgens'. 
- Je kunt gebruik maken van afbeeldingen om de stappen te verduidelijken 
- Je spreekt de lezer vaak aan met 'jij/je' of 'u' 
- Je gebruikt de gebiedende wijs: het werkwoord staat vooraan in de zin. Voorbeeld: 'Geef de kat......'. 

Slide 5 - Diapositive

Overtuigen
De schrijver wil je overtuigen van een bepaalde mening of standpunt. 
Een standpunt is een mening of onderwerp over een vraagstuk. 
Je probeert de lezer te overtuigen door argumenten te geven.
Argumenten zijn redenen waarom je een bepaald standpunt inneemt.

 Voorbeelden hiervan zijn een reclametekst, een recensie of een column.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive


Wat is het juiste tekstdoel bij de afbeelding?

A
Instrueren
B
Informeren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive


Wat is het juiste tekstdoel bij de afbeelding?

A
Instrueren
B
Informeren
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive


Wat is het juiste tekstdoel bij de afbeelding?

A
Instrueren
B
Informeren
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 12 - Quiz


Wat is het juiste tekstdoel bij de afbeelding?

A
Instrueren
B
Informeren
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive


Wat is het juiste tekstdoel bij de afbeelding?

A
Instrueren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 15 - Quiz

Afstemmen op doelgroep
- Een doelgroep is de groep mensen voor wie je je tekst schrijft 
- Formeel: als je schrijft voor mensen die je niet kent of voor mensen die ouder zijn dan jij. Je gebruikt 'u'
- Informeel: als je schrijft voor vrienden, bekenden of leeftijdsgenoten. Je gebruikt 'jij'.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
Maak opdracht 1 tot en met 4 van het werkblad.
Bij opdracht 4 schrijf je een tekst: deze typ je in word.
Lever jouw les in in MS teams.
Succes!

Slide 17 - Diapositive