motiverende gespreksvoering test

Motiverende gespreksvoering
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AgogiekMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Motiverende gespreksvoering

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les
Aan het einde  van deze les weet je wat motiverende gespreksvoering is en kan je basisonderdelen van motiverende gesprekvoering benoemen

Slide 2 - Diapositive

Motiverende gespreksvoering

Slide 3 - Carte mentale

Motiverende gespreksvoering =
een op samenwerking gerichte gespreksstijl, 
die iemands eigen motivatie 
en bereidheid tot verandering versterkt.

Slide 4 - Diapositive

check in de clip
Wat is het doel van MVG?
(Motiverende Gesprekstechniek)
Wat kun jij er aan hebben?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Naar aanleiding van het filmpje:
Wat is het doel van motiverende gesprekstechniek?
A
Motiveren
B
Gedragsverandering
C
Informatie
D
Ontwikkeling

Slide 7 - Quiz

Wat kun je zelf hebben
aan het leren van deze gespreksvoering?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Wat vind jij Partnerschap?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Acceptatie =

de accepterende houding van de hulpverlener probeert de autonomie van de cliënt op volledige sterkte te laten functioneren.
Compassie =

de hulpverlener doet alles 
om de belangen en het welzijn van de cliënt 
zo optimaal mogelijk te dienen

Slide 12 - Diapositive

Duo Oefening Ontlokken
"Naar buiten luisteren"
Ga 3 minuten in gesprek met je buurman.
Probeer te luisteren naar wat hij / zij wil bereiken, wenst, verwacht of beweegt.
NB Buurman stelt geen vragen terug.

Wissel na 3 minuten van rol.

Slide 13 - Diapositive

Welke gesprekstechnieken heb je ingezet?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Gesprekstechnieken
- Open vragen stellen
- Reflectief luisteren
- Bevestigen
- Samenvatten


Slide 16 - Diapositive

oefening in duo's: samenvatten
Vertel aan je gesprekspartner wat je afgelopen weekend heb gedaan. Na elke 3 a 4 zinnen geeft de gespreksleider in één zin een korte samenvatting. 
NB Dit zijn vaardigheidsoefeningen dus geen social talk wederzijds.
Na een paar minuten wissel je van rol.

Slide 17 - Diapositive

Reflectief luisteren
- Wat wordt eigenlijk bedoeld?
- Wat speelt er, wat gaat er in iemands hoofd om?

- Een reflectieve uitspraak kan soms minder weerstand oproepen dan een hele open vraag (bv bij wat meer emotie)

- Het zijn uitspraken waaruit blijkt dat je de andere echt begrijpt.

Slide 18 - Diapositive

Voorbeeld
Cliënt:
“Het wordt voor mij steeds moeilijker. M’n werk verandert, m’n collega’s veranderen, ik krijg een andere baas, ik moet naar een ander kantoor. 
Ik hou dat gewoon niet vol!”

Reflectief luisteren:
“De veranderingen gaan zo snel dat het voor jou niet meer bij te houden is.” Of: “Je verlangt naar rust, naar stabiliteit.”

Slide 19 - Diapositive

Oefening
Hoe ga jij deze uitspraken vertalen naar reflectief luisteren
(of actief / empathisch luisteren)
Cliënt: ‘Mijn werk is echt drie keer niks. Het enige wat ik moet doen, is dozen recht zetten.’
Cliënt: ‘Ik begrijp er niets van. Mijn man is altijd precies op tijd. Hij had er allang moeten zijn.’
Collega: ‘Iedereen heeft me vandaag nodig. Ik word helemaal gek. Ik kom niet aan pauze toe en nu staat er alweer een cliënt op me te wachten.’

Slide 20 - Diapositive

Mogelijke antwoorden:
Cliënt: ‘Mijn werk is echt drie keer niks. Het enige wat ik moet doen, is dozen recht zetten.’

Beroepskracht MZ: ‘Je baalt ervan dat je werk helemaal niets voorstelt.’

Cliënt: ‘Ik begrijp er niets van. Mijn man is altijd precies op tijd. Hij had er allang moeten zijn.’
Beroepskracht MZ: ‘U maakt zich zorgen, u begrijpt niet waarom uw man er nog niet is?’

Collega: ‘Iedereen heeft me vandaag nodig. Ik word helemaal gek. Ik kom niet aan pauze toe en nu staat er alweer een cliënt op me te wachten.’
Beroepskracht MZ: ‘Je snakt naar een momentje rust, zo te horen.’




Slide 21 - Diapositive

Bevestigen
Toets Doelgroepen: 
Willem vertelt op een gegeven moment dat hij clean is en ‘dat spul never nooit meer aanraakt’.
Beschrijf wat jij zou zeggen of hoe jij zou reageren.

Slide 22 - Diapositive

Volgende week
Deel 2

Slide 23 - Diapositive

Gesprekstechnieken: 4 principes
1 Engageren
2 focussen
3 ontlokken
4 plannen

Slide 24 - Diapositive

Fase 1: engageren
Fase 1 betreft de mate waarin iemand zich een comfortabele en actieve deelnemer in het gesprek voelt. Engageren is het proces van het vestigen van een helpende relatie die zich kenmerkt door wederzijds vertrouwen en respect. 

Valkuilen; 
- Deskundigheid;
- Voortijdig focussen;
- Etiketteren;
- Schuldvraag.  

Bevorderende factoren
1. Wensen of doelen: wat hoopte je toen je erheen ging? Waar ben je naar op zoek?
2. Belang: hoe belangrijks is het waar je naar op zoek bent, welke prioriteit heeft het?

Slide 25 - Diapositive

Fase 2: focussen
Focussen is een doorgaand proces van richting zoeken en behouden. Het proces van focussen bij MGV gaat om het vinden van die richting en daarbinnen meer specifieke en haalbare doelen

Doelen:
Agenda bespreken en begrijpen

Drie focusbronnen
1 de patiënt (mensen komen zelf en hebben hulpvraag)
2 de setting (bijv gedwongen opname)
3 de expertise van de hulpverlener (wanneer de hulpverlener in verloop van gesprek een ander soort verander idee krijgt)

Bij focussen kun je zowel sturen, volgen en gidsen waarbij de laatste vorm de meest effectieve is. Soms is een koers duidelijk en soms moet je samen een focus kiezen. Met name als er complexe problematiek speelt.

Slide 26 - Diapositive

Fase 3: ontlokken

Ontlokken is gericht op verandertaal en motivatie

Doelen:
- toestemming vragen
- exploreren wat de patiënt al weet
- navragen wat hij nog wil weten
 


Verandertaal en behoudtaal

Slide 27 - Diapositive

Fase 4: plannen
Fase 4 bestaat uit drie scenario’s : 
1. Het veranderplan is al duidelijk, 
2. route kiezen uit verschillende opties;
3. de weg naar het doel is nog niet duidelijk zichtbaar.

Slide 28 - Diapositive

Belangrijk:
Resultaten / ontwikkeling hangen samen met:
- Mate waarin de student verandertaal gebruikt
- Mate van ambivalentie (tegenstrijdige gevoelens) van student
- Juiste toepassing van technieken

Slide 29 - Diapositive

ambivalentie (hoe meer verandertaal, ambivalentie neemt af)

Slide 30 - Diapositive

Basis gesprekstechnieken
- Open vragen
- Samenvatten
- Bevestigen en ondersteunen
- Reflectief luisteren

Slide 31 - Diapositive

reflectief luisteren
- Wat wordt eigenlijk bedoeld?
- Wat speelt er, wat gaat er in iemands hoofd om?
- Een reflectieve uitspraak roept minder weerstand op dan een vraag
- Het zijn uitspraken die getuigen van begrip

Slide 32 - Diapositive

Reflectief luisteren 4 niveaus:
- Herhalen
- Herformuleren
- Parafraseren (eigen woorden)
- Reflectie van gevoel

Slide 33 - Diapositive

To do or not to do
Do
Don't
De ander overtuigen
Gesloten vragen
Oordelen
Confronteren
Open vragen
Samen onderzoeken
Samenvatten
Bevestigen & erkennen
Je visie opleggen
Empathie tonen
Dwingen
Strijd
Samenwerking

Slide 34 - Question de remorquage

Uit hoeveel fases bestaat motiverende gesprekstechniek?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 35 - Quiz

Wat is er nodig om verandering teweeg te brengen?
A
Motivatie
B
Gedragsverandering
C
Informatie
D
Ontwikkeling

Slide 36 - Quiz

Wat moet je juist niet doen bij motiverende gesprekstechniek? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Discussie aangaan
B
Empathie tonen
C
Meeveren met weerstand
D
Argumenten aanvoeren

Slide 37 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van motiverende gesprekstechniek?
A
Focussen-engageren-plannen-ontlokken
B
Ontlokken- focussen- engageren- plannen
C
Engageren- focussen- ontlokken- plannen
D
Engageren- ontlokken- focussen- plannen

Slide 38 - Quiz

oefening
Oefening: uitnodigen tot verandertaal
In tweetallen: Welke verandering ben je aan het overwegen (en
waar ben je ambivalent over?)
Ga met elkaar in gesprek, geef geen advies en stel de
volgende vragen:
1) Wat zou je willen veranderen?
2) Hoe zou je dit kunnen veranderen?
3) Welke 3 redenen heb je om te veranderen?
4) Hoe belangrijk is dit voor jou? (op een schaal van 1-10…wat maakt
dat je x zegt en niet y (lager getal)
5) Geef een korte samenvatting en vraag:
“Wat denk je dat je gaat doen?

Slide 39 - Diapositive

Wat neem je mee naar de praktijk?

Slide 40 - Carte mentale

einde
lesdoel bereikt?
vragen?
tip tops

Slide 41 - Diapositive