Hfd3-les1

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Par. 1 de individuele vraag

Discrete vraag: als alleen hele hoeveelheid producten (staven) worden gevraagd
Continu vraag: als ook gebroken (lijngrafiek) hoeveelheid worden gevraagd

Veel behoeften (eten en drinken)

worden voorzien door het kopen van producten. De prijs van een product komt via vraag en aanbod tot stand.

Wet van vraag: hoe lager de prijs hoe hoger de vraag

Aanbod: hoe lager de prijs hoe lager het aanbod

Betalingsbereidheid

Niet alles is voor iedereen evenveel waard, wat een persoon voor een product of dienst wil betalen noemen we zijn of haar betalingsbereidheid.

Consumentensurpus: verschil betalingsbereidheid en marktprijs

Paragraaf 1.2: Collectieve vraag

Hoeveel producten worden gekocht bij een gegeven prijs

Verschuiving vraaglijn

Vraagfactoren

Behalve de prijs, wordt de individuele vraag naar een product beïnvloed door:
- budget (inkomen)

- voorkeuren

- prijsverandering substituten en complementaire

- externe factoren

De vraaglijn

Hiernaast  q_{v =} -10 p + 50 

Snijpunt p-as: q_v = 0

0 = -10 x p + 50     

10 x p = 50

p = 50 / 10 = 5

Snijpunt q-as: p = 0 

q_v = 10 x 0 + 50 = 50

Verschuiving vraaglijn

Stel dat de vraaglijn evenwijdig naar links verschuift. 

Wat kan hiervan de oorzaak geweest zijn? 

Voorbeelden: daling inkomen, goedkoper worden substitutiegoed, duurder worden complementair goed, daling aantal consumenten, verandering externe factor waardoor vraag daalt.

Verschuiving van de vraaglijn

• Betekenis van deze vraaglijn?
• Bij elke prijs is de vraag groter geworden.
• Oorzaken van grotere vraag?
• hoger inkomen
• concurrentie is duurder geworden
• goede reclame

• Kortom: er is iets veranderd in 1 van de overige omstandigheden die vraag bepalend is.
  

Par. 3: Prijselasticiteit