les 29/06

Weer & Klimaat
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Weer & Klimaat

Slide 1 - Diapositive

Hoe hebben weerelementen effect op het weer 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive


Weerelementen 
Weerelementen = 5 dingen die samen het weer maken (dus: die samen de toestand van de lucht bepalen) ->

1. Temperatuur
2. Neerslag (regen, hagel, sneeuw, mist en ijzel)
3. Bewolking
4. Wind
5. Luchtdruk

Slide 4 - Diapositive

Luchtdruk op de kaart
Lucht stroomt ALTIJD van Hogedruk naar Lagedruk
     => wind

Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe harder het waait.
Op een weerkaart kun je dit makkelijk zien ->
De lijnen op deze kaart heten isobaren. Ze geven de
luchtdruk aan. Hoe dichter de lijnen bij elkaar staan, 
hoe harder het waait.


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Kaart EU

Slide 7 - Diapositive

Klimaatfactoren
Er zijn 5 klimaatfactoren en die bepalen het klimaat van een land/ gebied ->

  1. breedteligging
  2. hoogteligging
  3. afstand tot de zee
  4. windrichting
  5. gesteldheid aardoppervlak

Slide 8 - Diapositive

Breedteligging
Temperatuur ->
Dicht bij de evenaar (lage breedte) = warm
Ver van de evenaar af (hoge breedte) = koud

Slide 9 - Diapositive

Hoogteligging
Elke 1000 meter die je omhoog gaat daalt de temperatuur 6 graden.

Wind die tegen de berg aanwaait moet stijgen. Als lucht stijgt, koelt deze af. De lucht gaat condenseren en ontstaan wolken en er valt neerslag (=de waterkringloop!)


Slide 10 - Diapositive

Afstand tot de zee en de windrichting
Wind die van zee naar land waait noemen we -> aanlandige wind.

Wind die van land naar zee waait noemen we -> aflandige wind.

Slide 11 - Diapositive

Aanlandige wind
Aflandige wind

Slide 12 - Diapositive

Gesteldheid van het aardoppervlak
Water warmt niet snel op en koelt niet snel af.
Land warmt snel op en koelt ook weer snel af.

Plekken met veel asfalt, beton en steen zijn vaak iets warmer.
Waar komt dit veel voor?

Plekken met veel gras, bomen of water zijn vaak iets koeler.
Waar komt dit veel voor?

Wat doet lucht die warm is?
(Dus: gaat het dan wel of niet regenen)

Slide 13 - Diapositive

Klimaatfactoren 
Bekijk de kaart en de legenda goed.

Slide 14 - Diapositive

Klimaatverandering 
Klimaatverdrag van Glasgow = Klimaatverandering tegen gaan
wat kunnen we doen om dit tegen te gaan? 

Slide 15 - Diapositive

Orkanen & Tornado's

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Orkanen vs Tornado's
Kenmerken
Orkanen
Tornado's
Wanneer?
najaar -> juni - november
voorjaar -> november - juni
Waar?
Zuidoosten VS
Midden VS
Voorspelbaarheid
Ja
Nee
Onstaanswijze
Ontstaat boven zee (zeewater rond 25 graden)
Ontstaat boven land
Grootte
100-en kilometers
10-en meters
Duur
Enkele dagen
Enkele uren

Slide 19 - Diapositive