Les 5: Delend lidwoord

Aujourd'hui: 
- Montrez-moi vos devoirs! (Laat je huiswerk even zien) 
- Opdracht vertaalzinnen met prendre
- Uitleg delend lidwoord 

Doel: het delend lidwoord in de goede zinnen kunnen gebruiken
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui: 
- Montrez-moi vos devoirs! (Laat je huiswerk even zien) 
- Opdracht vertaalzinnen met prendre
- Uitleg delend lidwoord 

Doel: het delend lidwoord in de goede zinnen kunnen gebruiken

Slide 1 - Diapositive

Traduisez: 
  1. Vous prenez deux pommes. 
  2.  Il y a cent verres de champagne! 😮
  3. Mon copain a cinq frères. 
  4. Je prends trois cornichons. 
  5. Nous prenons quatre glaces. 
  6. Je voudrais deux camemberts, s'il-vous-plaît. 
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Traduisez: 
  1. Hij neemt twee tassen. 
  2. Nemen jullie vijf ijsjes?!
  3. Zij nemen zes hardgekookte eieren. 
  4. We hebben (al) twintig bestellingen! 
  5. Ik neem drie stukken. (stuk + x) 
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Réponses: 
  1. Il prend deux sacs.
  2. Vous prenez cinq glaces?! 
  3. Ils prennent six oeufs durs.
  4. Nous avons déjà vingt commandes
  5. Je prends trois morceaux

Question: waar zijn de lidwoorden eigenlijk gebleven? 🤔

Slide 4 - Diapositive

Delend lidwoord
La règle: in het Frans moet er altijd een lidwoord staan (behalve als er al een cijfer staat --> zie vorige oefening) 

Maar, wat dan als je wilt zeggen: 
Er zijn appels. 
Wij nemen augurken. 
(zonder precieze aantallen dus) 
Ik laat het eerst even zien op het bord: 

Slide 5 - Diapositive

Delend lidwoord
La règle: in het Frans moet er altijd een lidwoord staan (behalve als er al een cijfer staat)

Wij nemen appels. --> Nous prenons pommes --> 
Nous prenons des pommes. 
Heb jij bananen? --> Tu as bananes? -->
Tu as des bananes? 

Slide 6 - Diapositive

Traduisez: 
  1. Jullie nemen appels. 
  2. Er zijn champagne glazen!😮
  3. Mijn vriend heeft broers. 
  4. Ik neem augurken. 
  5. Wij nemen ijsjes. 
  6. Ik wil graag camemberts, alstublieft. 
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Réponses: 
  1. Vous prenez des pommes
  2.  Il y a des verres de champagne! 😮
  3. Mon copain a des frères
  4. Je prends des cornichons
  5. Nous prenons des glaces
  6. Je voudrais des camemberts, s'il-vous-plaît. 
Wat valt op aan de schuingedrukte woorden? 

Slide 8 - Diapositive

Delend lidwoord
La règle: in het Frans moet er altijd een lidwoord staan.
Tot nu toe hadden we steeds een meervoud in de zin.
Wat nou, als je iets hebt in het enkelvoud wat je niet kunt tellen... 

Ik heb koffie. 
Wil jij thee? 
Hij neemt chocola. 


Meer voorbeelden op het bord graag --> 
timer
2:00

Slide 9 - Diapositive

Delend lidwoord 
Tot nu toe zag je telkens meervoud-woorden, dus telbare dingen
Nu krijgen we de ontelbare dingen: 


Mannelijk: 
du pain 
du beurre
du camembert
du chocolat
Vrouwelijk:
de la farine 
de la pluie
de la confiture

Klinker / h - woorden:
de l'eau
de l'huile 

Meervoud: 
des cornichons
des plantes
des oeufs 
etc. 

Slide 10 - Diapositive

Liste de courses:

- ......... pain
- ......... huile
- ......... eau
- ......... croissants
- ......... crème 
- ......... café 
la crème
le café 
du
du
de la
de l'
de l'
des

Slide 11 - Question de remorquage

Traduisez: 
1. Neem jij thee? (de thee --> le thé)
2. Er is zand op het strand. (het zand --> le sable)
3. Wij nemen ijs
4. Il faut (........ olie). 
(Er is olie nodig.)  
5. Er zijn planten in de tuin. 
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Réponses: 
1. Tu prends du thé? 
2. Il y a du sable sur la plage.
3. Nous prenons / On prend de la glace. 
4. Il faut de l'huile. 
5. Il y a des plantes dans le jardin. 

Slide 13 - Diapositive

Résumé (samengevat): 
La règle: ....................................................................................?

Wat zijn de Franse delend lidwoorden? 

Wanneer heb je ze nodig? 

Slide 14 - Diapositive

Devoirs: 
H. Vocabulaire 1-3 (tb, blz. 100)

Maken: ex. 11 (WB p. 93)
(Vertaalzinnen uit deze LessonUp in schrift, als nog niet af in les)


Slide 15 - Diapositive