Quiz Module Basisvaardigheden BBL C22

We spelen een quiz met vragen over begrippen uit de module Basisvaardigheden.


1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

We spelen een quiz met vragen over begrippen uit de module Basisvaardigheden.


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Oefen vraag.....
Hoe oud is Jochen?
A
28
B
30
C
32
D
34

Slide 3 - Quiz

Op de volgende dia volgt een sleepvraag.
Sleep de tekst naar juist vakje.

Slide 4 - Diapositive

0-2 jaar
2-4 jaar
4-6 jaar
6-12 jaar
Baby
Peuter
Basisschool kind
Kleuter

Slide 5 - Question de remorquage

Hoe worden de onderdelen van de vorige vraag genoemd?
A
Ontwikkelingsgebieden
B
Ontwikkelings-categorieën
C
Ontwikkelingsfasen
D
Ontwikkelingstaken

Slide 6 - Quiz

Waar staan de letters IKK voor
A
Integrale Kind Kinderopvang
B
Inventarisatie Kijk Kinderopvang
C
Innovatie Kwaliteit Kinderopvang
D
Innovatie Kwantiteit Kinderopvang

Slide 7 - Quiz

Wat is
'veilig pedagogisch klimaat'?

Slide 8 - Carte mentale

Wet IKK heeft 4 thema's:
  1. Ontwikkeling kind centraal,
  2. Veiligheid kinderopvang
  3. Vaste gezichten en groepen kinderopvang
  4. Opleiding en ondersteuning medewerkers kinderopvang
 

Slide 9 - Diapositive

Onder welk thema valt het begrip Vier ogen principe?

Slide 10 - Question ouverte

Welk voorbeeld valt onder het vier ogen principe ?
A
Er staan altijd 2 medewerkers op de groep.
B
Er moet altijd iemand meekijken of luisteren
C
Het is prima als er even niemand op de groep is als er maar een camera aanwezig is.
D
Observeren van kinderen doe je. altijd met z'n 2'en.

Slide 11 - Quiz

Onder welk thema vallen de vier pedagogisch basisdoelen?

Slide 12 - Question ouverte

Volgende dia is een sleepvraag:

Welke interactievaardigheid kan je bij welke pedagogisch basisdoel inzetten?

Slide 13 - Diapositive

Emotionele veiligheid bieden
Persoonlijke competentie bevorderen
Sociale ontwikkeling bevorderen
Cultuur, normen en waarden leren
Bgeleiden van onderlinge interacties
Ontwikkelingsstimulering
Sensitieve responsiviteit
Respect voor de autonomie

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is het doel van het begeleiden van interacties tussen kinderen?
A
Het versterken van de sociale vaardigheden
B
Het leren deel uitmaken van een groep
C
Leren omgaan met verschillen
D
Zorgen dat ze geen ruzie krijgen

Slide 15 - Quiz

Praten en uitleggen is....
A
De belangrijkste interactievaardigheid
B
Veel nazeggen
C
Alles in één keer uitleggen
D
Eén van de 6 interactievaardigheden

Slide 16 - Quiz

Wat betekent Sensitief zijn?
A
Kinderen laten kiezen wat ze willen eten.
B
Gevoelig zijn voor de signalen van het kind.
C
Regels duidelijk maken aan het kind.
D
Zorgen dat het kind de PM-er lief vind.

Slide 17 - Quiz

Dagritme aanhouden hoort bij interactievaardigheid....
A
Sensitieve responsiviteit
B
Structureren en grenzen stellen
C
Respect voor de autonomie
D
Ontwikkelings-stimulering

Slide 18 - Quiz

Wat bereik je als je respect hebt voor de autonomie?
A
Het kind krijgt een positief zelfbeeld.
B
Het kind krijgt gevoel van zelfvertrouwen.
C
Het kind ontwikkelt bindingsangst.
D
Het kind kan prima alleen met auto's spelen.

Slide 19 - Quiz


Wat is samenwerken?
A
Dingen samen doen
B
Vragen stellen aan elkaar
C
Elkaar helpen en samen afstemmen
D
Luisteren naar elkaar

Slide 20 - Quiz

Wat heb je nodig in je team om initiatief te nemen?
A
Ballen
B
Vertrouwen en veiligheid
C
Doorzettingsvermogen
D
Duidelijk dagritme

Slide 21 - Quiz

Welke 2 factoren zijn belangrijk om goed te kunnen samenwerken en overleggen?
A
Lief zijn voor elkaar
B
Goed kunnen praten
C
Veiligheid
D
Vertrouwen

Slide 22 - Quiz

Wat denk je dat evalueren is?
A
Vooruitkijken, welke doelen wil je nog behalen?
B
Bespreken welke activiteiten je gaat inzetten om je doel te behalen.
C
Terugkijken op dingen die zijn gebeurd.
D
Geen van deze antwoorden

Slide 23 - Quiz

Als ik reflecteer?
A
Dan kijk ik kritisch naar het gedrag van anderen.
B
Dan kijk ik van een afstand oppervlakkig naar mijn gevoel.
C
Dan kijk ik kritisch en op afstand naar mijn eigen handelen.
D
Dan kijk ik in de spiegel naar de effecten.

Slide 24 - Quiz

Hoe kijk je terug op deze quiz?
Ik weet nog te weinig. Ik ga nog leren.
Ik merk dat ik al goed op weg ben. Maar even teruglezen is verstandig.
Goed gevoel, ik heb het wel onder controle.
Ik weet alles nog!

Slide 25 - Sondage

Hoe vond je deze quiz?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Bedankt!!!
Bedankt voor het 
meedoen!!!
Succes met de afronding van je moduleopdracht!

Slide 27 - Diapositive