oefenen toetsweek 3 V1

Bonjour la classe V1A!
Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

- de regelmatige werkwoorden op -er
- het onregelmatig werkwoord ALLER
- de ontkenningen

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bonjour la classe V1A!
Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

- de regelmatige werkwoorden op -er
- het onregelmatig werkwoord ALLER
- de ontkenningen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Kies de juiste vorm
Le copain (danser)
A
dansons
B
danses
C
dansez
D
danse

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste vorm
Ils (jouer)
A
jouent
B
jouons
C
jouez
D
joue

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste vorm
Je/J' (aimer)
A
aimons
B
aime
C
aimez
D
aiment

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN juiste vorm van het werkwoord op -er?
A
je parle
B
tu parles
C
il parle
D
elle parles

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste vorm
Vous (chanter)
A
chantons
B
chantez
C
chante
D
chantent

Slide 9 - Quiz

Schrijf eens op wat het werkwoord ALLER betekent

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Vul de passende vorm in.

Mes copains ... au cinéma.
A
va
B
allez
C
allons
D
vont

Slide 12 - Quiz

Welke vorm van ALLER past bij:
Vous ...

Slide 13 - Question ouverte

Aller is een regelmatige werkwoord op -er
A
vrai
B
faux

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

De ontkenning 

In het Nederlands: niet en geen

In het Frans altijd twee woorden: ne..... pas


Ne staat vóór de persoonsvorm

Pas staat direct achter de persoonsvorm

Dus: ontkenning deel 1 + pv + ontkenning deel 2


Slide 16 - Diapositive

Stappenplan bij ontkennend maken:
  1. Zoek de persoonsvorm - dit is altijd een werkwoord
  2. Schrijf de persoonsvorm op 
  3. Zet ne ervoor en pas erachter  
  4. Begint pv met klinker? verander ne in n'
  5. Zet onderwerp weer in de zin (verander Je in j' als dat kan)
  6. Zet overige zinsdelen in de zin
  7. Lees de zin nog een keer door.

Slide 17 - Diapositive

Elle a une glace au chocolat?
A
Non, elle n'a pas de glace
B
Non, elle a une ne glace pas

Slide 18 - Quiz

Vous avez beaucoup de devoirs?
A
Nous avons ne beaucoup pas de devoirs
B
Vous n'avez pas de devoirs
C
Vous avez beaucoup de ne devoirs pas
D
Nous n 'avons pas beaucoup de devoirs

Slide 19 - Quiz

Tu comprends?
A
Non, je comprends
B
Oui, je comprends!
C
Non, je ne comprends pas
D
Oui, je ne comprends pas

Slide 20 - Quiz

Maak ontkennend;
J'ai un chien

Slide 21 - Question ouverte

Na deze lesson up....
weet ik wat ik kan verwachten op de 4 toets
moet ik nog wel even hard leren
begin ik de grammatica te snappen
ben ik compleet in paniek voor de 4 toets
heb ik alles onder controle ( denk ik)

Slide 22 - Sondage