Debat over politiegeweld: Jouw stem telt!

Debat over politiegeweld: Jouw stem telt!

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je: (1) uitleggen wat politiegeweld is, (2) argumenten aanvoeren voor en tegen politiegeweld, (3) samenwerken in een debat, en (4) respectvol omgaan met verschillende meningen.

Introduceer de leerdoelen en maak ze visueel met afbeeldingen of iconen.

Wat weet je al over politiegeweld?

Wat is politiegeweld?

Politiegeweld is het gebruik van geweld door politieagenten tegen burgers.

Vraag de leerlingen of ze voorbeelden kennen van politiegeweld en bespreek deze kort.

Argumenten voor politiegeweld

Politiegeweld kan nodig zijn om de veiligheid van burgers en politieagenten te waarborgen. Bovendien kan het een afschrikkende werking hebben en de orde handhaven.

Laat de leerlingen in groepjes van twee argumenten bedenken voor politiegeweld en bespreek deze plenair.

Argumenten tegen politiegeweld

Politiegeweld kan leiden tot ernstige verwondingen en zelfs de dood. Bovendien kan het leiden tot wantrouwen jegens de politie en de samenleving polariseren.

Laat de leerlingen in groepjes van twee argumenten bedenken tegen politiegeweld en bespreek deze plenair.

Debat: stellingen

Verdeel de klas in twee groepen: voor- en tegenstanders van politiegeweld. Geef de groepen stellingen en laat ze argumenten bedenken en uitwisselen. Bijvoorbeeld: 'Politiegeweld moet altijd worden veroordeeld' of 'Politiegeweld is soms noodzakelijk'.

Bereid de stellingen voor en verdeel de groepen. Geef de leerlingen voldoende tijd om argumenten te bedenken.

Debat: voorbereiding

Laat de groepen zich voorbereiden op het debat. Ze kunnen notities maken, bronnen raadplegen en hun argumenten oefenen.

Geef de leerlingen voldoende tijd om zich voor te bereiden en rond te lopen om vragen te beantwoorden.

Debat: opening

De voorstanders van politiegeweld openen het debat en leggen hun standpunt uit.

Geef de voorstanders van politiegeweld voldoende tijd om hun standpunt uit te leggen. Wijs een tijdlimiet toe en zorg voor een timer.

Debat: weerlegging

De tegenstanders van politiegeweld weerleggen de argumenten van de voorstanders en presenteren hun eigen argumenten.

Geef de tegenstanders van politiegeweld voldoende tijd om de argumenten van de voorstanders te weerleggen en hun eigen argumenten te presenteren. Wijs een tijdlimiet toe en zorg voor een timer.

Debat: weerlegging

De voorstanders van politiegeweld weerleggen de argumenten van de tegenstanders en presenteren hun eigen argumenten.

Geef de voorstanders van politiegeweld voldoende tijd om de argumenten van de tegenstanders te weerleggen en hun eigen argumenten te presenteren. Wijs een tijdlimiet toe en zorg voor een timer.

Debat: slot

Beide groepen sluiten het debat af met een samenvatting van hun argumenten en een conclusie.

Geef beide groepen voldoende tijd om hun argumenten samen te vatten en een conclusie te trekken. Wijs een tijdlimiet toe en zorg voor een timer.

Reflectie

Laat de leerlingen individueel reflecteren op het debat. Wat hebben ze geleerd? Welke argumenten vonden ze overtuigend? Wat vonden ze lastig aan het debat? Bespreek kort enkele reflecties plenair.

Geef de leerlingen voldoende tijd om te reflecteren en rond te lopen om vragen te beantwoorden.

Respectvol debatteren

Respectvol debatteren betekent dat je luistert naar de argumenten van anderen, elkaar niet onderbreekt, geen persoonlijke aanvallen maakt en openstaat voor andere meningen.

Leg kort uit wat respectvol debatteren inhoudt en geef enkele voorbeelden.

Debatregels

Maak samen met de leerlingen enkele spelregels voor het debat, bijvoorbeeld: (1) respecteer elkaars mening, (2) luister naar elkaar, (3) onderbreek elkaar niet, (4) maak geen persoonlijke aanvallen, en (5) blijf bij het onderwerp.

Laat de leerlingen enkele debatregels bedenken en schrijf deze op het bord.

Woordenschat

Bespreek enkele woorden die met het onderwerp te maken hebben, bijvoorbeeld: geweld, orde handhaven, afschrikken, wantrouwen, polariseren.

Leg kort de betekenis uit van enkele woorden en vraag de leerlingen of ze deze woorden kunnen gebruiken in zinnen.

Filmpje

Laat een kort filmpje zien over politiegeweld en vraag de leerlingen om enkele vragen te beantwoorden, bijvoorbeeld: Wat is er gebeurd? Wat vind je van het politiegeweld? Wat zou jij doen?

Zoek een geschikt filmpje en bereid enkele vragen voor.

Quiz

Speel een quiz met de leerlingen over politiegeweld. Gebruik bijvoorbeeld Kahoot of Quizlet.

Zoek of maak een quiz over politiegeweld en speel deze met de leerlingen.

Brainstorm

Laat de leerlingen individueel of in groepjes brainstormen over oplossingen voor politiegeweld. Bespreek kort enkele ideeën plenair.

Geef de leerlingen voldoende tijd om te brainstormen en rond te lopen om vragen te beantwoorden.

Samenwerken

Laat de leerlingen in groepjes van vier samenwerken aan een poster of presentatie over politiegeweld. Geef hen enkele vragen als leidraad, bijvoorbeeld: Wat is politiegeweld? Waarom is het een probleem? Wat zijn mogelijke oplossingen?

Verdeel de leerlingen in groepjes en geef hen voldoende tijd om samen te werken en hun poster of presentatie voor te bereiden.

Presenteren

Laat de groepjes hun poster of presentatie presenteren aan de klas. Geef ruimte voor vragen en feedback.

Geef elk groepje voldoende tijd om hun poster of presentatie te presenteren. Zorg voor een timer en ruimte voor vragen en feedback.

Afsluiting

Sluit de les af door de leerlingen te bedanken voor hun inzet en hun mening over politiegeweld te waarderen. Vraag hen om hun reflectiebriefjes in te leveren.

Bedank de leerlingen voor hun inzet en benadruk het belang van respectvol debatteren en openstaan voor andere meningen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.