,

Paragraaf 1.4: De computershop

De Computershop
Klas 4
Economie
Paragraaf 1.4
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

De Computershop
Klas 4
Economie
Paragraaf 1.4

Slide 1 - Diapositive

Nettowinst =
A
Bedrijfskosten - brutowinst
B
Brutowinst - bedrijfskosten

Slide 2 - Quiz

Wat is de formule voor de brutowinst?
A
Brutowinst = Inkoopwaarde - Omzet
B
Brutowinst = Omzet - Inkoopwaarde
C
Brutowinst = Omzet - Bedrijfskosten
D
Brutowinst = Inkoopwaarde + Nettowinst

Slide 3 - Quiz

Wat is een afschrijving?

A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 4 - Quiz

Is consumentenprijs inclusief of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief

Slide 5 - Quiz

Introductie
Als winkelier koop je regelmatig nieuwe producten in. 
Van elk product moet je de verkoopprijs vaststellen. Hoe doen winkeliers dat? In deze paragraaf leer je hoe winkeliers de prijzen uitrekenen die op hun prijsstickers staan.

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat de brutowinstopslag is.
  • Ik kan met behulp van de brutowinstopslag de verkoopprijs berekenen.
  • Ik kan de verkoopprijs exclusief en inclusief btw berekenen.

Slide 7 - Diapositive

Een bedrijf wil ook graag winst maken:
Om winst te kunnen maken moeten een bedrijf zijn inkoopprijs verhogen. 
Dat doet hij door een extra bedrag boven op de inkoopprijs toe te voegen.

Slide 8 - Diapositive

Brutowinstopslag
  • Brutowinstopslag = Het verschil tussen de inkoopprijs en verkoopprijs exclusief btw in euro’s.

Slide 9 - Diapositive

Brutowinst van een bedrijf
  • De brutowinst= De brutowinstopslagen van alle verkochten artikelen samen. 


  • Hier ga je de bedrijfskosten nog van betalen, dan houd je de nettowinst over. 

Slide 10 - Diapositive

Bereken van de consumentenprijs/ winkelprijs

Stap 1: inkoopprijs
Stap 2: brutowinstopslag erbij
Stap 3: verkoopprijs excl. BTW
Stap 4: BTW erbij
Stap 5: Winkelprijs incl. BTW

Slide 11 - Diapositive

Brutowinstmarge
Brutowinstmarge: Het verschil tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs van een product in procenten van de inkoopprijs of verkoopprijs.

De berekening is als volgt:
(brutowinst : inkoopwaarde) × 100 = brutowinstmarge in %

Slide 12 - Diapositive

Dus:
Brutowinstopslag in in Euro's
Brutowinstmarge is in Procenten

Slide 13 - Diapositive

Wanneer de brutowinstopslag niet is gegeven, maar je hebt wel de brutowinstmarge. Dan kan je het alsnog uitrekenen: 
Wanneer de brutowinstmarge niet is gegeven, maar je hebt wel de brutowinst en de inkoopwaarde. Dan kan je het alsnog uitrekenen: 
Brutowinstmarge = brutowinst : inkoopwaarde x 100
Brutowinstopslag = inkoopprijs : 100 x brutowinstmarge

Slide 14 - Diapositive

De inkoopprijs van een toetsenbord is € 15. De brutowinstmarge is 34% van de inkoopprijs. Bereken de brutowinstopslag.
Brutowinstopslag = inkoopprijs : 100 x brutowinstmarge

Slide 15 - Question ouverte

De verkoopprijs van een fiets is €800, de
inkoopprijs van deze fiets is €500. Wat is de brutowinstmarge van de inkoopprijs op deze fiets?
Brutowinstmarge = brutowinst : inkoopwaarde x 100

Slide 16 - Question ouverte

Het berekenen van de verkoopprijs

Slide 17 - Diapositive

Het berekenen van de verkoopprijs
=
+
A
B
C
verkoopprijs
inkoopprijs
brutowinstmarge

Slide 18 - Question de remorquage

De inkoopprijs van een broek is € 9,50
de brutowinstmarge is 70% van de
inkoopprijs. Wat is de verkoopprijs?
Uitleg
1.) de brutowinstmarge uitrekenen 
2.) de inkoopprijs + de brutowinstmarge

Slide 19 - Question ouverte

Stappen!
  1. Brutowinstmarge berekenen (van de inkoopprijs)
  2. inkoopprijs + brutowinstmarge (=verkoopprijs)
  3. btw berekenen (van de verkoopprijs)
  4. verkoopprijs + btw (=consumentenprijs) 

Slide 20 - Diapositive

Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag

Voor je kledingzaak koop je een jas in voor € 55. Je rekent 75% brutowinstmarge.
Bereken het bedrag van de brutowinstopslag.
A
€ 96,25
B
€ 13,75
C
€ 41,25
D
€ 27,25

Slide 21 - Quiz

Hoe bereken ik de brutowinstmarge?
Dus hoe kom je aan het percentage voor de brutowinstmarge...
A
Brutowinst : inkoopprijs x 100%
B
Brutowinst : Omzet x 100%
C
Brutowinst x inkoopprijs : 100%
D
Brutowinst x Omzet : 100%

Slide 22 - Quiz

Maken
paragraaf 1.4 vraag 6 t/m 13

Slide 23 - Diapositive