Psychiatrie (Stemmings- en angststoornissen)

Psychiatrie
Klinisch redeneren
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Psychiatrie
Klinisch redeneren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesopzet

  • Lesdoelen
  • Stemmingsstoornis
  • Angststoornis
  • Casus
  • Afronding

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
De student heeft kennis van:
Stemmingsstoornissen
Angststoornissen 
De student kan de theorie toepassing in een casus aan de hand van klinisch redeneren

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sabine (31) durft geen deurknoppen aan te raken.
Wat vind jij, is dit normaal?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Achmed (18) telt steeds de tegels als hij naar huis loopt. ​
Wat vind jij, is dit normaal?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Richard (40)werkt bij de administratie en wast 50x per dag zijn handen. ​
Wat vind jij, is dit normaal?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Even voordat we verder gaan :-) 
Mocht je om welke reden dan ook dit onderwerp lastig vinden geef het aan! 

Slide 7 - Diapositive

Je zult dingen ook wellicht van jezelf herkennen..in hoe jij functioneert in de maatschappij, dat wil niet zeggen dat je gelijk de stempel krijgt van een psychische aandoening. Want hiervoor zijn wel meer aspecten voor nodig.
Mocht je om welke reden dan ook dit onderwerp lastig vinden, heb je de behoefte om hierover in gesprek te gaan? Neem dan contact met mij op! 



Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een stemmingsstoornis?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een stemmingsstoornis?
  • Verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij de gemoedstoestand van de zv ziekelijk verstoord is of niet past bij de situatie.
  • Er is sprake van een stemmingsstoornis als een van deze emoties (verdriet, droefheid, vreugde, enthousiasme) heviger, langduriger en vooral anders van karakter zijn 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer spreken we van een stemmingsstoornis?
  • Wanneer sombere of vrolijke perioden heviger en langdurig optreedt dan normaal en vooral anders van karakter.


Vier stemmingsepisoden (episode = periode van verstoorde stemming)
  • Depressieve episode
  • Manische episode
  • Hypomane episode
  • Gemengde episode

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende stemmingsstoornissen
  • Depressieve stoornis
  • Bipolaire stoornis
  • Hypomane stemmingsstoornis
  • Dysthyme stoornis (een chronisch depressieve stemming)
  • Seizoensgebonden depressie
  • Postnatale depressie

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken b.v.:
  • Een zeer sombere stemming.
  • Geen interesse of plezier meer in activiteiten.
  • Veel meer of minder eten dan voorheen.
  • Veel minder of meer slapen dan voorheen.
  • Onrustig gedrag of vertraging van gedrag.
  • Vermoeidheid of energieverlies.
  • Gevoelens van nutteloosheid.
  • Een buitensporig schuldgevoel.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 behandeling op van een stemmingsstoornis

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling en verpleegkundige zorg
Behandeling:

  • Psychofarmaca, Elektroconvulsietherapie (ECT) & psychotherapie, Lichttherapie
  •  Activering en structuur, vertrouwen, betrouwbaar,        leefstijl

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Angststoornis

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voel je bij deze afbeelding?
A
Neutraal
B
Angst
C
Ongemakkelijk
D
Blijdschap

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voel je bij deze afbeelding?
A
Neutraal
B
Angst
C
Ongemakkelijk
D
Blijdschap

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voel je bij deze afbeelding?
A
Neutraal
B
Angst
C
Ongemakkelijk
D
Blijdschap

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een angststoornis?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Angst
Emotie 
gevaarlijk of dreigende situatie
signaal
drie manier van reageren:
- Vechten
-  Vluchten
- Verlammen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Angststoornis dwz
wanneer een persoon zelf erg veel last ondervindt van zijn/haar angsten (zijn omgeving ook). De angst heeft invloed op het functioneren van de persoon. Denk hierbij aan ‘sociaal functioneren (niet naar buiten durven), cognitief functioneren (geen focus meer hebben) en lichamelijk functioneren (paniekaanval)’.


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen bij een angststoornis
- Het hebben van bange voorgevoelens
- Bezorgdheid
- Nerveus zijn
- Ongeduldig
- Spanning
- Hartkloppingen
- Transpireren
- Duizeligheid
- Benauwdheid
-Concentratieproblemen
- Slaapproblemen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormen van angststoornis
  • Paniekstoornis
  • Fobieën 
  • Gegeneraliseerde angststoornis
  • Obsessieve-compulsieve stoornis (OCD, oud dwangneurose)
  • Andere angststoornissen (Posttraumatische-stressstoornis PTSS)


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 behandelingen op voor angststoornis

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips voor de omgang
  • Bouw aan vertrouwensrelatie
  • Neem angst serieus en toon begrip
  • Blijf rustig
  • Laat zv zoveel mogelijk alles zelf blijven doen
  • Angstdagboek
  • Bij hyperventilatie: help rustiger ademen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus Sjors
Klinisch redeneren

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beantwoord de volgende vragen n.a.v. de casus


Benoem twee mogelijke verpleegkundige diagnoses die je zou kunnen stellen aan de hand van wat je leest in de casus volgens de PESDIE.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappen
Stap 1: Oriëntatie op de situatie/klinisch beeld (SBAR)
Stap 2 klinisch redeneren: klinische probleemstellingen
Stap 3 klinisch redeneren: aanvullend klinisch onderzoek
Stap 4 klinisch redeneren: PESDIE
Stap 5 klinisch redeneren: klinisch verloop
Stap 6 klinisch redeneren: nabeschouwing

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronding
Lesdoel behaald?
Vragen? 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions