Eerste les 1.2

Eerste les 1.2
Quiz herhaling 1.1
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Eerste les 1.2
Quiz herhaling 1.1

Slide 1 - Diapositive

Els is ... op 24 juli
A
... oud ...
B
... verjaardag ...
C
... jarig ...
D
... verjaart

Slide 2 - Quiz

Opties:
1. Oud? Els is 30 jaar oud.
2. De verjaardag van Els is op 24 juli / Haar verjaardag is op 24 juli
3. Els is jarig op 24 juli
4. Els verjaart op 24 juli

Slide 3 - Diapositive

Waarom gaat Pavel niet dansen met Rowan?
A
Omdat hij naar het voetbal gaat kijken
B
Omdat hij kan niet goed dansen
C
Omdat hij moet laat werk
D
Omdat hij Russisch moet studeert

Slide 4 - Quiz

Katapultstructuur 'omdat'
1. Omdat hij naar het voetbal gaat kijken (omdat + S .... V1 V2)
2. Omdat hij laat moet werken
3. Omdat hij niet goed kan dansen
4. Omdat hij Russisch moet studeren

Slide 5 - Diapositive

Lisa gaat met Suzanne naar het museum.
Wat is de correcte vraag?
A
Waar Lisa en Suzanne gaan?
B
Waar gaan Lisa en Suzanne (naartoe)?
C
Naar welk museum gaan Lisa en Suzanne?

Slide 6 - Quiz

Structuur van een vraag
(Vraagwoord) V + S ...?
Waar gaan Lisa en Suzanne?

Slide 7 - Diapositive

Zwem je graag?
A
Ja, ik zwem graag
B
Ja, ik graag zwem
C
Nee, ik zwem graag
D
Nee, ik zwemmen niet graag

Slide 8 - Quiz

Structuur met graag
S + V + graag (+ extra info)
Ik zwem graag (in de zee)

Slide 9 - Diapositive

Boodschappen doen
A
Ik boodschap graag doen
B
Ik boodschap doe graag
C
Ik doe graag boodschappen
D
Ik doe boodschappen graag

Slide 10 - Quiz

Boodschappen doen
S + V + graag (+ extra info)
Ik doe graag boodschappen

Slide 11 - Diapositive

We hebben les ... 08u45 ... 12u15
A
van 08u45 en 12u15
B
tussen 08u45 en 12u15
C
van 08u45 tot 12u15
D
om 08u45 tot 12u15

Slide 12 - Quiz

Het uur
1. van 08u45 tot 12u15 (start - stop)
2. om 08u45

Slide 13 - Diapositive

Hoe heet het document?
Schrijf correct met het juiste artikel
De dokter geeft jou een document met de naam van de medicijnen. Jij gaat met dat document naar de apotheker.

Slide 14 - Question ouverte

Pluralis van kind
A
De kind - de kinderen
B
Het kind - de kinderen
C
De kinder - De kinderen
D
Het kind - De kinds

Slide 15 - Quiz

Het vliegtuig naar Barcelona vertrekt om ...
A
10u45
B
11u15
C
22u45
D
23u15

Slide 16 - Quiz

Het vliegtuig naar Stockholm vertrekt om...
A
06u30
B
07u30
C
18u30
D
19u30

Slide 17 - Quiz

Het vliegtuig naar Rome vertrekt om...
A
01u35
B
02u25
C
13u35
D
14u25

Slide 18 - Quiz

Wat is het telefoonnummer van Yann?
A
04 76 67 39 45
B
04 76 65 49 35

Slide 19 - Quiz

Wat is het telefoonnummer van Margot
A
04 89 77 14 12
B
04 89 77 40 12

Slide 20 - Quiz

De TV kost...
A
498,99
B
489,99

Slide 21 - Quiz

De tafel kost...
A
267,56
B
276,65

Slide 22 - Quiz

Wat is geel?
Schrijf een woord

Slide 23 - Question ouverte

Welke zin is correct?
A
Amir kan niet naar het feest kom omdat hij moet werken
B
Amir kan komen niet naar het feest omdat hij moet werk
C
Amir kan niet naar het feest komen omdat hij moet werk
D
Amir kan niet naar het feest komen omdat hij moet werken

Slide 24 - Quiz

Structuur
1. Normale structuur : S + V1 + rest + V2 (infinitief)
Amir kan niet naar het feest komen
2. Katapultstructuur: Omdat + S + rest + V1 + V2 (infinitief)
omdat hij moet werken

Slide 25 - Diapositive

Fawad is een beetje depressief. Hij eet te veel chocolade. Schrijf 3 adviezen voor Fawad

Slide 26 - Question ouverte

Fawad moet...
meer fruit eten (+)
minder suiker eten (-)
meer sporten (+)
minder tv kijken (-)

Slide 27 - Diapositive