Oefenen voor de toets

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Oefenen voor de toets

Arian heeft een stemvork. Hij slaat de stemvork aan en meet de frequentie. De meting komt uit op 475 Hz. Wat is de trillingstijd van deze geluidsgolf?

Wat: Onderstreep de belangrijke woorden

Hoe: Tweetallen

Hulp: Geen

Tijd: 10 min

Uitkomst: Je kan de belangrijke woorden herkennen

Klaar: Steek twee armen in de lucht. 

Oefentoets maken

Wat: Maak de oefentoets.

Hoe: Zelfstandig (dat moet op de echte toets ook)

Hulp: Geen

Tijd: 30 min

Uitkomst: Je bent voorbereid voor de toets

Klaar: Steek twee armen in de lucht. 

Oefentoets maken

Hoe snel beweegt geluid door lucht?

1. 50 m/s
2. 1480 m/s
3. 343 m/s
4. 964 m/s

Noem 3 verschillende voorbeelden van een geluidsbron.

Wat is GEEN tussenstof?

1. Lucht
2. Goud
3. Licht
4. Glas

Wat is de formule voor frequentie?

1. T = 1/f
2. f = 1/T
3. F = 1/t
4. T = F/1

Een snaar van een gitaar trilt 64 keer per seconde. Wat is dan de trillingstijd?

Wat is de trillingstijd als de frequentie 470 Hz is?

Wat is de frequentie als de trillingstijd 0,0045 s is?

Hoe ver is het onweer van jou vandaan als je 9 seconde, na je de flits ziet, de donder hoort?
De snelheid van geluid, in lucht, is 343 m/s.

Als drie personen praten met een geluidssterkte van 61 dB. Hoe hard is het geluid dat te horen is?

1. 60 dB
2. 70 dB
3. 67 dB
4. 64 dB

Wat geeft een hoge amplitude aan?

1. Een hoge toon
2. Een lage toon
3. Een zachte toon
4. Een harde toon

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Succes